In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], schadevergoeding van de besloten vennootschap Sinck&Ko B.V. wegens de niet-egale gietvloer die door Sinck&Ko in hun appartement was gelegd. De eisers stelden dat de gietvloer niet voldeed aan hun verwachtingen en dat Sinck&Ko tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de eisers op basis van de overeenkomst niet de door hen beoogde egale gietvloer mochten verwachten. De kantonrechter overwoog dat de gietvloer technisch goed was gelegd en dat de nuance- en structuurverschillen inherent zijn aan het type gietvloer dat was gekozen. De eisers hadden bovendien meerdere keren gewaarschuwd gekregen voor de mogelijkheid van dergelijke verschillen. De kantonrechter wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van Sinck&Ko, vastgesteld op € 746,00. De verzoeken van Sinck&Ko om voorlopige voorzieningen werden afgewezen, omdat de vorderingen van de eisers werden afgewezen. Het vonnis werd uitgesproken op 30 december 2022.