ECLI:NL:RBAMS:2022:7905

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
2 januari 2023
Zaaknummer
726904/ FA RK 22.7908
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 19 december 2022 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 16 december 2022 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996 in de Bondsrepubliek Duitsland, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Amsterdam verbleef. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 december 2022, die plaatsvond in het gebouw van Arkin, werd de betrokkene bijgestaan door een tolk en zijn advocaat, mr. S. Burmeister. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere motivering van het verzoek nodig achtte.

De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken, waaronder een medische verklaring van een onafhankelijk psychiater, vastgesteld dat er vermoedelijk sprake is van een psychische stoornis in de vorm van een psychose. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Er was sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft bepaald dat verschillende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene.

De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 10 januari 2023. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en schriftelijk uitgewerkt op 30 december 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/726904 / FA RK 22/7908
kenmerk: VCM/IND/96138
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 20 december 2022naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] (Bondsrepubliek Duitsland),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
verblijvende te Amsterdam, Arkin, [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Burmeister te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 december 2022, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 16 december 2022 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 december 2022, in het gebouw van Arkin, op de locatie [verblijfplaats] .
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door een tolk in de Duitse taal;
- bovengenoemde advocaat;
- arts, mevrouw M. de Koning.
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Anders dan de advocaat en betrokkene hebben bepleit, is de rechtbank op basis van de overgelegde stukken, waaronder een door een onafhankelijk psychiater opgemaakte medische verklaring van 16 december 2022, en de toelichting daarop van de behandelend arts, er voldoende van overtuigd dat vermoedelijk sprake is van gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychose. Het is goed wel mogelijk dat dit een drugsgeïnduceerde psychose betreft, maar het is nog te vroeg om daar conclusies aan te verbinden nu het beeld nog onvoldoende is opgeklaard. De behandelend arts heeft meer tijd nodig om nader te observeren welke psychotische kenmerken al dan niet blijven bestaan na uitwerking van de drugs. Derhalve heeft de rechtbank geen redenen te twijfelen aan de hiervoor omschreven vermoedelijke psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in
- levensgevaar;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie gedurende 3 weken;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening gedurende 3 weken;
  • beperken van de bewegingsvrijheid geurende 3 weken;
  • insluiten gedurende 3 weken;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene gedurende 3 weken;
  • onderzoek aan kleding of lichaam gedurende 3 weken;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen gedurende 3 weken;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen gedurende 3 weken;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen gedurende 3 weken;
  • opnemen in een accommodatie gedurende 3 weken.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het verzoek bepleit omdat betrokkene het niet eens is met de diagnose, geen behandeling wil en zijn eigen weg wil volgen. Naar het oordeel van de rechtbank is het daarvoor nog te vroeg. Als hiervoor omschreven zijn er nog steeds psychotische klachten. Daarbij kent de aanleiding van de crisismaatregel een heftig beloop. Onduidelijk is nog of sprake is van een drugspsychose of onderliggende problematiek. Dit moet de tijd uitwijzen. De rechtbank is van oordeel dat voortzetting van het verblijf en behandeling in de kliniek op dit moment nog noodzakelijk is om herhaling van het (dreigende) ernstig nadeel af te wenden. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Verplichte zorg in de vorm van ‘toedienen van vocht en voeding’ en ‘beperken van het recht op ontvangen van bezoek’ wordt door de rechtbank niet toegewezen, nu de behandelend arts heeft verklaard dat deze vormen van zorg niet noodzakelijk zijn.
2.4.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] (Bondsrepubliek Duitsland), voor zover het de in rechtsoverweging 2.3. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 januari 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 20 december 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door J. Koomen als griffier, en op 30 december 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.