Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
“De fietser bereed het fietspad en gaf geen gevolg aan een verkeerbord (gesloten voor fietsers) dat een verbod aangaf (artikel 62 RVV 1990 jo. verkeersbord C14). De bestuurder van de motorfiets gebruikte niet de rijbaan maar bereed het fietspad (artikel 10 RW 1990).”De verdediging is van mening dat er geen sprake is van een aan de schuld van verdachte te wijten verkeersongeval, zodat hooguit het subsidiaire feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 maanden.
2 jaar.