ECLI:NL:RBAMS:2022:7816

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
EA22-556
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en transitievergoeding na klachten over racistische opmerkingen door docent

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Oncampus Amsterdam B.V. op 23 september 2022 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 6 januari 2014 in dienst was als Tutor of English. De ontbinding werd aangevraagd naar aanleiding van klachten over racistische opmerkingen die [verweerder] zou hebben gemaakt tijdens online lessen. De kantonrechter heeft de zaak op 14 november 2022 mondeling behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Na een poging tot minnelijke regeling, die niet succesvol was, heeft de rechter op 12 december 2022 uitspraak gedaan.

De rechter heeft geoordeeld dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie, maar dat Oncampus Amsterdam niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De klachten over [verweerder] zijn serieus genomen en er is een onderzoek ingesteld. De rechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 februari 2023 en een transitievergoeding van € 7.724,00 toegekend aan [verweerder]. De rechter heeft echter geen billijke vergoeding toegekend, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10112984 EA VERZ 22-556
beschikking van: 12 december 2022
func.: 515

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap ONCAMPUS AMSTERDAM B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
verzoekster, tevens verweerster,
nader te noemen: Oncampus Amsterdam,
gemachtigde: mr. A.J.P. van Beurden,
t e g e n

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder, tevens verzoeker,
nader te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. L.J. Eleveld.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Oncampus Amsterdam heeft op 23 september 2022 een verzoek met producties ingediend dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerder] heeft een verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek, met producties ingediend.
Oncampus Amsterdam heeft voorafgaand aan de zitting nog nadere stukken in het geding gebracht.
Het verzoek is mondeling behandeld op 14 november 2022. Oncampus Amsterdam is verschenen bij [naam 1] , vergezeld door de gemachtigde. [verweerder] is verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten aan de hand van een pleitnota toegelicht. Na verder debat is de behandeling aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke regeling te treffen. Bij brief van 21 november 2022 is door de gemachtigde van Oncampus Amsterdam bericht dat partijen daarin niet zijn geslaagd en is beschikking gevraagd. Vervolgens is een datum voor beschikking bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1969, is sinds 6 januari 2014 in dienst van (de rechtsvoorgangster van) Oncampus Amsterdam en is laatstelijk werkzaam in de functie van Tutor of English. De arbeidsomvang is 29,25 uur per week en zijn maandsalaris bedraagt € 2.343,70 bruto exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
1.2.
[verweerder] doceert Engels aan internationale studenten, op locaties van de Universiteit van Amsterdam en online via Teams.
1.3.
Op 12 oktober 2021 is er bij Oncampus Amsterdam een klacht binnengekomen over de online-sessies van [verweerder] .
1.4.
In een e-mail van 13 oktober 2021 van een student aan [naam 2] van Oncampus Amsterdam, met als onderwerp: “I SUPPORT [verweerder] !!! Fed back about IELTS class”, staat vermeld, voor zover hier van belang:

Later he wanna finish the class and said: If you guys keep doing this, don’t listen to others in English, don’t communicate with others in English, use Chinese interface social software, go home, go back to China, there are many excellent universities there, you can also get a good education, there is no need to come to the Netherlands.”
1.5.
Namens Oncampus Amsterdam is naar aanleiding van de klacht door [naam 3] , Deputy Centre Head van Oncampus Amsterdam, met [verweerder] gesproken en met de studenten die de klacht hadden ingediend. Dit “Stage 1-onderzoek” is niet naar tevredenheid van de studenten afgehandeld.
1.6.
Op 6 december 2021 is via de studentenvertegenwoordiger hierover een klacht ingediend, waarop een Stage 2 onderzoek is uitgevoerd namens Oncampus Amsterdam.
1.7.
Bij brief van 14 januari 2022 is door [naam 4] , Deputy Centre Head Oncampus Sunderland, namens Oncampus Amsterdam aan [verweerder] bericht, voor zover hier van belang:

I am writing to confirm to you that the organisation has decided to commence an investigation into allegations of inappropriate behaviour, relating to your conduct in the workplace. The alleged misconduct is in relation to recent academic investigation into a student complaint, where comments and remarks alleged to have been made by you and were alleged to have been inappropriate and offensive
1.8.
Bij deze brief van 14 januari 2022 is [verweerder] tevens uitgenodigd voor een bijeenkomst op 20 januari 2022 via Teams om het hem verweten gedrag te bespreken. Daarbij is [verweerder] ook uitgenodigd om materiaal dat bij het onderzoek van nut kan zijn mee te nemen.
1.9.
De in de uitnodiging genoemde bijeenkomst heeft uiteindelijk? plaatsgevonden op 10 februari 2022. Voorafgaand aan deze bijeenkomst heeft [verweerder] in een e-mail van 9 februari 2022 aan [naam 4] gereageerd op de brief van 14 januari 2022. [verweerder] heeft deze e-mail tevens aan een tien andere medewerkers verzonden.
1.10.
In reactie heeft [naam 5] per e-mail aan [verweerder] laten weten dat het niet gepast was om gedurende het onderzoek anderen e-mails hierover te versturen.
1.11.
Op 21 maart 2022 heeft [verweerder] zich ziek gemeld.
1.12.
Op 21 april 2022 om 9.26 uur heeft [naam 6] namens Oncampus Amsterdam via e-mail aan [verweerder] bericht, voor zover hier van belang:

Hi [verweerder] ,
I hope you are well,
Apologies for the delay in getting this report and outcome over to you.
As you are aware, following a student complaint, regarding inappropriate use of language and your professional conduct within the workplace, [naam 4] , Deputy Centre Head was appointed as investigating officer and has now concluded his investigation. Please find attached [naam 4] ’s investigation report with the findings and outcome of this investigation.
The outcome of this investigation is to issue you with a Letter of Concern (attached), as based on the investigation findings, it has been concluded that whilst the context in which the comments were made seems to have been misconstructed by the students, you were not mindful of how your comments or remarks may be received by international students, whose first language is not English and who may not have a full understanding of nuance.
The requirement for confidentiality continues to apply and all parties included in this investigation are aware of this fact, therefore rest assured, this matter will be kept private. (..)”
1.13.
In de Letter of Concern van 21 april 2022 is door [naam 4] namens Oncampus Amsterdam aan [verweerder] meegedeeld, voor zover hier van belang:

Following our recent investigation and the discussions regarding your professional conduct within the workplace, I am writing to confirm that I have decided to informally issue you with a letter of concern following an incident which was reported as a formal student complaint on the 12th October 2021. Please note that this is not a disciplinary warning, but a record of this will be stored on your employee file.
Following a local in-centre and central academic investigations, we met to discuss the concerns raised by students regarding your professional conduct, in line with our CEG Equality & Diversity Policy. The findings of the investigation were that, on the balance of probabilities, the alleged comments do appear to have been made.”
1.14.
Bij e-mail van 21 april 2022 om 9.41 uur aan [naam 6] heeft [verweerder] gereageerd op de uitkomst van het onderzoek, waarbij hij acht medewerkers in de cc heeft opgenomen. In de reactie is vermeld, voor zover hier van belang:

Hi [naam 6] ,
Thank for this. I will respond more fully later but for now I have one question. Have you not watched the recording of the lesson on 8th October last? It was online, on Teams, was recorded, and the words the students lied about in their complaint was clearly not used, as the students were well aware within days of their complaint, and as Dr [naam 7] would have noted had she attempted to carry out a competent investigation of the facts. I’m surprised you don’t seem to have mentioned it, but your report seems somewhat slapdash at first glance. (..)
I have copied in my line managers and the quot;Executive Teamquot; as the investigation is (apparently) over and [naam 5] can scarcely accuse them of corrupt interference at this point.”
1.15.
In reactie heeft [naam 6] bij e-mail van 22 april 2022 om 11.23 uur aan [verweerder] bericht, voor zover hier van belang;

My understanding is this recording has not been watched as this is the first time its existence has been raised. (..)”
1.16.
In reactie op deze e-mail bericht [verweerder] dezelfde dag, met een cc aan een aantal anderen, voor zover hier van belang:

After 6 months of investigating a lesson from October 8th last year, you gave failed to establish what records were made? This is really not a great admission to have to make, is it [naam 6] ?
In this case I am little less mystified by [naam 7] ’s stream of lies that she emailed to a student who had not attended the lesson. It is honestly the case that she didn’t look at this in the course of her quot;investigationquot;? She accepted the word of this student without corroboration from anyone present in the lesson and disseminated her findings without notifying me, and now you disclose that she didn’t bother to check the online records. Her investigation was beyond amateur. Your whitewash is marginally more professional. (..)”
1.17.
Op 22 april 2022 om 17.03 uur heeft [verweerder] aan Oncampus Amsterdam gevraagd of hij de bevindingen van het onderzoek mocht delen op Reddit. Als men daar ongelukkig mee was, was hij bereid de namen te redigeren.
1.18.
Op 26 april 2022 bericht [verweerder] bij e-mail aan [naam 4] en [naam 1] , voor zover hier van belang:

Dear [naam 4] & [naam 6]
I promised to write further after reading your quot;letter of concernquot;.
Please withdraw this letter of concern. It is untrue, as you both well know, having been based on [naam 7] ’s prior lies. You should try to be better than this, even if it means showing some moral courage.”
1.19.
In reactie hierop wordt [verweerder] door [naam 1] , Chief People Officer, UK Head Office, uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek, waarop [verweerder] per e-mail aan haar vraagt of zij een toestemming op papier heeft van [naam 5] . In een volgende e-mail schrijft [verweerder] dat hij gelet op de stroom van leugens gedurende de afgelopen zes maanden geen enkel lid van het centrale team nog kan vertrouwen en dat hij zonder de geschreven toestemming niet in gesprek gaat.
1.20.
Op 27 april 2022 en 29 april 2022 stuurt [verweerder] opnieuw een e-mail aan [naam 4] en [naam 1] met het verzoek de Letter of Concern in te trekken.
1.21.
Op 3 mei 2022 heeft [naam 1] bij e-mail aan [verweerder] een beëindigingsvoorstel verzonden. In de e-mail is opgenomen, voor zover hier van belang:

I am critically aware that you are currently off work unwell, though have sent a number of emails to which you have intimated a desire for a reply.
Last week your wife, the Centre Director, signaled you are not happy in your present job and working environment following receiving the letter of concern from our recent investigation and are open to corresponding on an exit from the service of Amsterdam Foundation Campus B.V.
For that reason we are attaching a proposal for a settlement agreement.”
1.22.
In de periode vanaf 3 mei 2022 heeft [verweerder] meerdere e-mails aan collega’s gestuurd, waarin hij zijn ongenoegen uit.
1.23.
Op 9 mei 2022 heeft [verweerder] een gesprek met [naam 1] .
1.24.
Bij e-mail van 10 mei 2022 bericht [naam 1] aan [verweerder] , voor zover hier van belang:

In order to clarify the position on the specific points you have raised;
-
The investigation into the student complaint has concluded and you have received the outcome;
-
Our process has been exhausted and there are no further stages;
-
There is no intention to retract the Letter of Concern nor compel Dr [naam 7] to apologise;
-
Additionally, we do not believe there is a need for any report to the ICO in respect of this matter, nor to contact the students involved;
-
I have reviewed the partial recording of the 8 October 2021 IELTS class as directed by you and find no evidence to over-turn the outcome of the investigation and, from what is available to view, your behaviour in the video does not reach the standards we would expect of an ONCAMPUS colleague and we will consider if we will come back to you on this subject later; and
-
Further, your failure to divulge the existence of this recording is clear evidence you did not engage fully with any of the investigations, as is sensibly required.
Regarding a number of the comments within your recent emails to and about colleagues including but not limited to myself, [naam 8] , Dr [naam 7] , [naam 5] , [naam 6] and [naam 4] (with a number of other colleagues copied on cc), I find them entirely inappropriate and not rooted in fact
(…)
The volume and tone of your emails, directed to multiple colleagues across the organisation has become a cause for concern. (..) Therefore, I wish to inform you that your access to company systems has been removed and, whilst you retain access to email for correspondence purpose only, all future email correspondence from your ONCAMPUS (..) email address will be automatically routed to my inbox from now (..)
1.25.
[verweerder] heeft op 30 mei 2022 de bedrijfsarts bezocht. In het advies wordt vermeld dat de klachten niet op ziekte zien, maar op een verschil van visie tussen partijen, zodat in feite sprake is van een arbeidsconflict. Geadviseerd wordt om na een korte interventieperiode in gesprek te gaan en om indien de problemen niet uiterlijk op 15 juni 2022 opgelost zijn, mediaton te starten. Gelet op het niet meer aanwezig zijn van medische beperkingen is geen vervolgspreekuur gepland.
1.26.
Partijen hebben in de periode van 9 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 onderhandeld over een vaststellingsovereenkomst. Partijen zijn het niet eens geworden.
1.27.
In de periode van juli 2022 tot en met 6 september 2022 heeft er een mediationtraject gelopen, maar hebben partijen geen resultaat bereikt.

Verzoek

2. Oncampus Amsterdam verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ex artikel 7:671b lid 1, onderdeel a Burgerlijk Wetboek (BW) te ontbinden, onder toekenning aan [verweerder] van een transitievergoeding, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van het geding.
3. Aan dit verzoek legt Oncampus Amsterdam ten grondslag dat sprake is van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 jo lid 1 BW. Volgens Oncampus Amsterdam is sprake van een verwijtbaar handelen als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e, subsidiair een verstoorde arbeidsrelatie als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g en meer subsidiair de cumulatie van omstandigheden. Ter onderbouwing daarvan stelt Oncampus Amsterdam - kort gezegd - dat de wijze waarop [verweerder] zijn ongenoegen en boosheid over de uitkomst van het onderzoek heeft geuit, onacceptabel is. Hij heeft dit gedaan door een reeks onbeschofte en respectloze e-mails organisatiebreed rond te sturen aan diverse collega’s die niets met de studentenklachten en de behandeling daarvan te maken hebben gehad. Zijn reactie staat ook niet in verhouding met de milde maatregel, de Letter of Concern. De poging van Oncampus Amsterdam tot de-escalatie heeft niet het gewenste effect gehad. Het door Oncampus Amsterdam georganiseerde gesprek met [naam 1] wordt door [verweerder] aangegrepen om de zaak verder op de spits te drijven door zich op het standpunt te stellen dat zij daarvoor schriftelijke toestemming nodig heeft. Ook de toonzetting van deze e-mails zijn stuitend, aldus Oncampus Amsterdam. Nadat er contact is geweest over een minnelijke regeling, bleef [verweerder] ongepaste e-mails sturen, waarop zijn toegang tot zijn mailbox is geblokkeerd. De bedrijfsarts oordeelde dat geen sprake was van ziekte, maar een arbeidsconflict, zodat de ongepaste en handelswijze en gedragingen [verweerder] ook aan te rekenen zijn. Deze structurele handelswijze heeft de arbeidsverhouding onnodig onder druk gezet en kan niet getolereerd worden. Deze handelswijze levert volgens Oncampus Amsterdam in ieder geval een verstoorde arbeidsrelatie op. Daarbij komt dat [verweerder] ook zelf geen toekomst meer ziet bij Oncampus Amsterdam.

Verweer

4. [verweerder] is het weliswaar eens met de gevraagde ontbinding van de arbeidsovereenkomst en de toekenning van een transitievergoeding, maar daarnaast verzoekt hij op grond van artikel 7:671 b lid 9 sub c BW een billijke vergoeding ten bedrage van € 60.000,00 bruto.
5. [verweerder] voert daartoe aan dat Oncampus Amsterdam ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Zij heeft immers een verstoorde arbeidsverhouding gecreëerd die aan haar te wijten is. Zij heeft [verweerder] beschuldigd van racistische uitlatingen zonder enige vorm van bewijs. De disculperende opnamen van de betreffende lessen zijn niet bekeken, maar wel is vastgesteld dat [verweerder] zich racistisch heeft uitgelaten. Zij heeft hiervan een aantekening gemaakt in het personeelsdossier van [verweerder] en hierdoor zijn eer en goede naam geschaad en zijn professionaliteit ter discussie gesteld, terwijl zij geen hoor en wederhoor heeft toegepast in haar onderzoek. Oncampus Amsterdam heeft daarbij nooit excuses aangeboden voor haar ongefundeerde aantijgingen en vroegtijdig op beëindiging van de arbeidsovereenkomst ingezet, terwijl van een redelijke grond voor beëindiging geen sprake was. Er is grond voor een billijke vergoeding nu sprake is van een valse ontslaggrond, aldus [verweerder] . Subsidiair betoogt [verweerder] dat de verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan door Oncampus Amsterdam.

Beoordeling

6. Vooropgesteld wordt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub c tot en met i BW en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Nu partijen het eens zijn over ontbinding van de arbeidsovereenkomst en de inmiddels ontstane verstoorde arbeidsverhouding, zal het verzoek van Oncampus Amsterdam worden toegewezen en zal de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 9, onderdeel a, BW worden ontbonden met ingang van 1 februari 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure, met een minimum van een maand.
7. Nu de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zal de door [verweerder] verzochte transitievergoeding op basis van artikel 7:673 BW worden toegekend. Met betrekking tot de hoogte van de gevraagde transitievergoeding is namens Oncampus Amsterdam ter terechtzitting ingestemd met de berekening daarvan door [verweerder] , zodat de verzochte
€ 7.724,00 bruto zal worden toegewezen.
8. Kern van het geschil is de vraag of [verweerder] recht heeft op een billijke vergoeding en derhalve of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Oncampus Amsterdam. Gelet op artikel 7:671b lid 9, onderdeel c, BW is voor toekenning van een billijke vergoeding immers alleen plaats indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of als een werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren.
9. Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daartoe wordt allereerst overwogen dat niet gezegd kan worden dat het door Oncampus Amsterdam uitgevoerde onderzoek en de uitkomst daarvan als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten kan worden gekenschetst. Niet in debat is dat er bij Oncampus Amsterdam een klacht van een student is binnengekomen over racistische bewoordingen die [verweerder] zou hebben gebruikt. Dat Oncampus Amsterdam daar onderzoek naar heeft gedaan is terecht. Door Oncampus Amsterdam is voorafgaand aan de zitting ook nog - een voor [verweerder] overigens positief te kenschetsen - e-mail van een andere student naar voren gebracht waarin het gebruik van deze bewoordingen door [verweerder] ondubbelzinnig wordt bevestigd, zij het geplaatst in een andere context. Op basis van deze beschikbare gegevens is het voorstelbaar dat Oncampus Amsterdam tot de conclusie is gekomen als in het rapport is weergegeven en in de Letter of Concern is aangeduid, dat “
The findings of the investigation were that, on the balance of probabilities, the alleged comments do appear to have been made”. Van een beschuldiging zonder enige vorm van bewijs kan, gelet op de klacht en de verklaring van de andere student, in ieder geval niet gesproken worden.
10. Dat Oncampus Amsterdam daarbij kennelijk de beschikbare opname van de les niet heeft beluisterd, mag als onzorgvuldig getypeerd worden, maar levert onder de gegeven omstandigheden geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten op. Daarbij komt dat ook [verweerder] zelf de onderzoeker er (eerder) op had kunnen wijzen dat de weergave van de les beschikbaar was. [verweerder] is immers bij brief van 14 januari 2022 door Oncampus Amsterdam uitgenodigd om materiaal beschikbaar te stellen. Gesteld noch gebleken is dat [verweerder] dat toen dan wel tijdig daarna heeft gedaan. Daarbij heeft nog te gelden dat de afwezigheid van de beweerdelijk gedane uitingen van [verweerder] op de opname, de beide schriftelijke verklaringen onverlet laten. Dat geen hoor en wederhoor zou zijn toegepast mist verder feitelijke grondslag nu niet in geschil is dat met [verweerder] in het kader van het onderzoek op 10 februari 2022 is gesproken, terwijl ook in het “Stage 1-onderzoek” met [verweerder] over de binnengekomen klacht is gesproken en hij in dat kader ook heeft aangeboden om zijn excuses aan te bieden, zoals terecht door Oncampus Amsterdam is benadrukt.
11. Niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een valse ontslaggrond. Uit het onderzoek en uit de aanbevelingen voor [verweerder] die in het onderzoek zijn opgenomen, komt niet naar voren dat Oncampus Amsterdam in dat stadium de arbeidsovereenkomst al wenste te eindigen, zoals [verweerder] kennelijk meent. Er wordt in dat rapport immers gekeken naar verbetering in de toekomst, hetgeen juist wijst op het tegendeel. Ook uit de bewoordingen in de Letter of Concern blijkt niet van een dergelijk voornemen. Ook in die brief wordt gekeken naar de toekomst. Vervolgens zijn de door [verweerder] na de Letter of Concern verstuurde e-mails als onbehoorlijk te kenschetsen en passen deze niet in een professionele organisatie waar een verschil van inzicht is ontstaan. Daarbij komt dat [verweerder] nodeloos voor verdere verspreiding van het dispuut heeft gezorgd, waarmee hij zijn eigen positie verder heeft bemoeilijkt, terwijl Oncampus Amsterdam in haar reactie naar [verweerder] nadrukkelijk heeft laten weten dat wat haar betreft de bevindingen niet verder verspreid zouden worden en tussen haar en [verweerder] zouden blijven. Dat Oncampus Amsterdam de situatie nodeloos op de spits heeft gedreven, zoals [verweerder] heeft betoogd, valt uit het beschikbare feitenmateriaal niet af te leiden. Het is eerder [verweerder] die door zijn e-mails de zaak verder heeft laten escaleren en ook aanstuurt op verdere verspreiding, zelfs via het publieke kanaal Reddit. De gedragingen van [verweerder] na de ontvangst van de Letter of Concern zijn door Oncampus Amsterdam terecht als grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst aangemerkt.
12. Dat onder deze omstandigheden Oncampus Amsterdam vervolgens vanaf 3 mei 2022 heeft geprobeerd in onderling overleg tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen, kan, anders dan [verweerder] meent, evenmin als ernstig verwijtbaar in bovengenoemde zin worden beschouwd. Uit de reactie van [verweerder] naar aanleiding van de Letter of Concern en zijn wens dat Oncampus Amsterdam deze zou intrekken kon immers in redelijkheid worden afgeleid dat sprake was van een fundamenteel verschil van inzicht over de wijze waarop de arbeidsovereenkomst moest worden voortgezet. Bovendien is onweersproken gebleven dat, zoals in de e-mail van 3 mei 2022 is vermeld, de echtgenote van [verweerder] , directeur van de vestiging Oncampus Amsterdam, had laten weten dat [verweerder] interesse had in een beëindigingsvoorstel. Dat het nadien nog ingezette mediationtraject een farce was, zoals [verweerder] nog heeft betoogd, is door hem niet nader toegelicht, zodat ook hieruit niet kan worden afgeleid dat Oncampus Amsterdam ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dat [verweerder] zich alle rechten wilde voorbehouden om in het Verenigd Koninkrijk een juridische procedure te starten, zal niet hebben bijgedragen aan het bereiken van een vergelijk. Ten slotte verdient nog overweging dat uit alles is op te maken dat [verweerder] duidelijk is geraakt door het rapport en zich in zijn eer voelde aangetast door the Letter of Concern. Dat is niet onbegrijpelijk en [verweerder] mag zijn werkgever dat laten weten, maar niet op de wijze waarop [verweerder] dat heeft gedaan, door het sturen van louter negatieve en soms beledigende reacties, ook nog aan meer mensen dan het betrof. In het hele proces heeft [verweerder] geen kenbaar moment van zelfreflectie getoond en voortdurend het volledige verwijt van de ontstane situatie bij Oncampus Amsterdam neergelegd, hetgeen niet heeft bijgedragen aan een oplossing.
13. Hetgeen overigens door [verweerder] nog is aangevoerd, leidt niet tot het oordeel dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Oncampus Amsterdam, zodat voor een billijke vergoeding geen plaats is.
14. Nu aan de ontbinding geen billijke vergoeding wordt verbonden, hoeft Oncampus Amsterdam geen gelegenheid te krijgen het verzoek in te trekken.
15. De proceskosten worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 februari 2023;
kent aan [verweerder] een transitievergoeding toe ten laste van Oncampus Amsterdam ter hoogte van € 7.724,00 bruto;
veroordeelt Oncampus Amsterdam tot betaling van deze vergoeding;
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen;
verklaart de beschikking, wat de onder II genoemde veroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.