Uitspraak
in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over na te noemen minderjarige,
hierna te noemen de bijzondere curator,
als advocaat voor zichzelf verschijnende.
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.De procedure
- het verzoek van de vrouw, ingekomen bij de rechtbank op 25 mei 2021;
 - het verweerschrift van de man, tevens houdende zelfstandige verzoeken, ingekomen op
 
- het verweerschrift van de vrouw, tegen de zelfstandige verzoeken van de man, ingekomen op 15 april 2022;
 - het rapport van de bijzondere curator, ingekomen op 29 juni 2022.
 
- partijen en hun advocaten;
 - de bijzondere curator en
 - namens de Raad, [naam 1] .
 
2.De vaststaande feiten
4.Het verweer van de man en zijn zelfstandige verzoeken
5.Het standpunt van de bijzondere curator
6.De beoordeling
- Schaadt erkenning de belangen van de vrouw bij een ongestoorde verhouding met [minderjarige] , en/of komt een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van [minderjarige] in het gedrang?
 - Welke mogelijkheden zijn er voor een omgangsregeling tussen de man en [minderjarige] ?
 - Zijn er factoren die een regeling belemmeren? Zo ja, welke komen vanuit de minderjarige en welke vanuit de ouder? Hoe en op welke termijn zijn deze belemmeringen op te heffen?
 - Hoe dient de regeling qua vorm en frequentie, in het belang van de minderjarige vorm te worden gegeven?
 - Zijn er andere feiten en omstandigheden die de rechtbank bij haar oordeel moet betrekken?
 - Is omgang (anderszins) in strijd met de zwaarwegende belangen van het kind?
 
7.De beslissing
voorlopige kinderalimentatie:
- dat de man de vrouw in de periode van 25 mei 2021 tot 28 september 2021, € 50,- per maand dient te betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarige;
 - dat de man de vrouw vanaf 22 januari 2022, € 100,- per maand dient te betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarige, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
 
pro formaworden aangehouden tot
23 oktober 2023. De Raad dient de rechtbank voor deze datum zijn advies te doen toekomen.