Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
medeziet op de voorziening in het levensonderhoud van [naam 1] (via [eiseres] ) in de toekomst, kan haar verweer slagen dat zij op basis van de afspraken tussen partijen ervan uit mocht gaan dat dit gedeelte van haar betalingsplicht zou eindigen als [naam 1] een nieuwe partner zou vinden. Omdat zij bij wijze van verweer deze uitleg van de overeenkomst betoogt, ligt het op haar weg om te stellen en zo nodig te bewijzen dat partijen inderdaad mede een alimentatieregeling hebben willen treffen voor het levensonderhoud van [naam 1] via [eiseres] en dat zij mocht begrijpen dat deze regeling, gelijk artikel 1:160 BW, zou eindigen zodra [naam 1] een nieuwe partner zou vinden. De rechtbank kan op dit moment niet vaststellen of partijen mede in het levensonderhoud van [naam 1] hebben willen voorzien door het treffen van een alimentatieregeling en deze strekking daaraan hebben willen geven. Partijen spreken elkaar immers tegen en de mediation in welk verband ze de afspraken hebben gemaakt kent een geheimhouding. Nu [gedaagde] gemotiveerd heeft gesteld dat partijen (mede) een dergelijke alimentatieregeling hebben willen treffen en dit door [eiseres] op haar beurt gemotiveerd is betwist, zal [gedaagde] worden opgedragen bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat zij erop mocht vertrouwen dat het mede ging om een alimentatieregeling die zou eindigen zodra [naam 1] een nieuwe partner zou vinden.
voorde huwelijksdatum van [naam 1] niet verschuldigd zou zijn, nu zij vanaf die datum stelt te hebben gedwaald.
€ 73.522,83 is in dit geval toewijsbaar.
5.De beslissing
18 januari 2023voor uitlating door [gedaagde] (i) of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel en (ii) over het bepaalde in nummer 4.9 hiervoor met betrekking tot de verhouding tussen de compensatie voor pensioenopbouw en de kosten voor het levensonderhoud, waarna [eiseres] per akte op de rol van
1 februari 2023mag reageren op deze verhouding;
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2023 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;