ECLI:NL:RBAMS:2022:7765

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
13/997104-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoontewitwassen in de zaak 26Manvel

In de strafzaak met parketnummer 13/997104-20 heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van medeplegen van gewoontewitwassen van geld en luxe goederen. De zaak is voortgekomen uit een onderzoek genaamd 26Manvel, dat in januari 2020 is gestart naar ondergronds bankieren. Dit onderzoek leidde tot de ontdekking van PGP-berichten die duidden op internationale geldtransfers en het maken van afspraken over de overdracht van contante bedragen. Tijdens een doorzoeking van de woning van [medeverdachte 1], de partner van [verdachte], werden aanzienlijke contante bedragen en luxe goederen aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] betrokken was bij de contante aankopen van luxe goederen, waaronder horloges, en dat deze aankopen zijn gedaan met geld dat vermoedelijk van misdrijf afkomstig was. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de verdenking van gewoontewitwassen, en dat [verdachte] en [medeverdachte 1] samen hebben gehandeld. De rechtbank heeft [verdachte] veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft ook bepaald dat bepaalde in beslag genomen goederen verbeurd worden verklaard, terwijl andere goederen aan [verdachte] worden geretourneerd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/997104-20 (Promis)
Datum uitspraak: 22 juli 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 3 december 2021 (regiezitting) 13, 14, en 20 juni (inhoudelijke behandeling) en 22 juli (sluiting). Verdachte was tijdens deze zittingen niet aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie
mrs. J. Louman en M. Kok (hierna: de officieren van justitie) en van wat door de gemachtigde raadsman van [verdachte] , mr. J. Zevenboom, naar voren is gebracht.

2.Inleiding

Naar aanleiding van informatie van Team Criminele Inlichtingen (TCI) in januari 2020 dat ‘ [medeverdachte 1] ’ zich op wereldwijde schaal bezighoudt met ondergronds bankieren, is een strafrechtelijk onderzoek gestart met de naam 26Manvel. Hierbij is onder andere onderzoek gedaan naar zogenoemde Pretty Good Privacy (PGP) berichten die zijn veiliggesteld binnen onderzoeken naar PGP-aanbieders PGP-safe (onderzoek 26Sassenheim) en Encrochat (onderzoek 26Lemont). Uit analyse van deze PGP-berichten tussen gebruikers die volgens het onderzoeksteam zouden zijn geïdentificeerd als [medeverdachte 1] , zijn broer [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , zou volgen dat wordt gecommuniceerd over het internationaal verplaatsen van (contante) geldbedragen, het maken van afspraken om deze (contante) geldbedragen over te dragen en het bespreken van administratie. Dit zogenoemde ondergronds bankieren zou hebben plaatsgevonden in verschillende periodes in 2016 en 2020.
Bij doorzoeking van de woning van [medeverdachte 1] op het adres [adres 1] waar zijn tweede echtgenote [verdachte] zou verblijven, zijn contante geldbedragen en grote hoeveelheden luxe goederen aangetroffen. Uit onderzoek zou volgens het onderzoeksteam zijn gebleken dat er in de onderzoeksperiode luxe werd geleefd en hoeveelheden luxe goederen zijn aangeschaft met contante geldbedragen. Het onderzoeksteam gaat ervan uit dat [medeverdachte 1] [verdachte] financieel heeft onderhouden met inkomsten uit ondergronds bankieren.
Op 15 september 2020 is op basis van de onderzoeksresultaten besloten over te gaan tot de aanhouding van [medeverdachte 1] . [verdachte] en de andere medeverdachten zijn niet aangehouden binnen dit onderzoek.
Wel heeft het voorgaande geleid tot de strafzaak tegen [verdachte] , die gelijktijdig op de zitting is behandeld met de strafzaak tegen medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] .
Het dossier bestaat uit verschillende zaaksdossiers, maar alleen zaaksdossier 3 is voor de strafzaak tegen [verdachte] relevant. Dit zaaksdossier ziet op de verdenking tegen [medeverdachte 1] en [verdachte] van medeplegen van gewoontewitwassen van geld en/of luxe goederen tussen 19 juni 2018 en 15 september 2020.

3.Tenlastelegging

De verdenking luidt – kort gezegd – dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van (gewoonte)witwassen van geld en/of luxe goederen in de periode van 19 juni 2018 tot en met 15 september 2020 in Amsterdam.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

4.Voorvragen

4.1
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank verklaart de tenlastelegging nietig voor zover dit ziet op het (gewoonte) witwassen van ‘
en/of luxe goederen (waaronder horloges en (merk)kleding)’. Dat deel is onvoldoende specifiek bepaald. Het omvangrijke dossier biedt hiervoor te weinig duidelijkheid en evenmin kan uit de witwasbeschuldiging worden opgemaakt waar deze goederen specifiek op zien. Het is daarom onduidelijk waartegen verdachte zich precies moet verdedigen.
Met uitzondering van dat gedeelte voldoet de dagvaarding aan de door de wet gestelde eisen en is geldig.
4.2
Overige voorvragen
De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officieren van justitie zijn ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

5.Waardering van het bewijs

5.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie hebben zich – overeenkomstig het op schrift gestelde requisitoir –
op het standpunt gesteld dat het feit kan worden bewezen. De contante aankopen waarvan de bonnen niet in het dossier zijn gevoegd, dienen niet te worden meegenomen voor het totaalbedrag dat door [verdachte] is witgewassen.
5.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich – onder verwijzing naar de op schrift gestelde pleitnota – op het standpunt gesteld dat [verdachte] moet worden vrijgesproken. Hiervoor is het volgende aangevoerd.
De contante stortingen op 11 juni 2018 en 25 september 2020 op de rekening van [verdachte] vallen buiten de tenlastegelegde periode en kunnen niet worden meegenomen. Ook blijkt niet dat [verdachte] bij de aanschaf van een Rolex-horloge met serienummer [serienummer 1] op 27 maart 2020 betrokken was. Van niet alle bonnen van contante aankopen is bekend hoe en waar die zijn aangetroffen en of die aan [verdachte] gelinkt kunnen worden. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat [verdachte] – al dan niet als medepleger – betrokken was bij de uitgaven bij de Bijenkorf, Occhiali en de Mediamarkt.
Nadat [verdachte] en [medeverdachte 1] transacties hadden voldaan in het kader van andere strafrechtelijke onderzoeken, konden zij over aanzienlijk (legaal verkregen) vermogen beschikken. Het is namelijk aannemelijk dat de in beslag genomen goederen die zij na betaling van de transacties terugkregen, zoals horloges en designertassen, fors in waarde zijn gestegen. De partner van [verdachte] , [medeverdachte 1] , kon beschikken over (door justitie) teruggegeven luxe horloges en handelde daarin. Omdat de waarde van horloges is gestegen, kon hij met de verkoop daarvan een aanzienlijk vermogen genereren. Er was dus geen sprake van onverklaarbaar vermogen. Er kan dus geen witwasvermoeden worden vastgesteld en dus was [verdachte] niet gehouden om een verklaring af te leggen.
Subsidiair is aangevoerd dat het (voorwaardelijk) opzet of de schuld niet kan worden vastgesteld.
5.3
Oordeel van de rechtbank
De verdenking ziet blijkens het relaas in het dossier en bevestiging van het Openbaar Ministerie ter zitting op de volgende contante stortingen en betalingen:
Omschrijving contante uitgaven/bezittingen
Bedrag
Gestorte geldbedragen op rekening
€ 22.830,00
Horloges Gassan
€ 27.650,00
Contant bonnen/facturen
€ 8.228,45
Aangetroffen geldbedrag doorzoeking [adres 1]
€ 7.150,00
Remboursleveringen
€ 5.477,00
Totale contante bezittingen/uitgaven
€ 71.335,45
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
5.3.1
Gestorte geldbedragen op rekening € 22.830,00
[verdachte] had de beschikking over bankrekening [rekeningnummer] op haar naam. [2] Uit analyse blijkt dat in de periode van 22 juni 2018 tot en met 24 augustus 2020 voor een bedrag van € 21.780,00 contant op de rekening is gestort. [3] De stortingstransacties vonden allemaal in Amsterdam plaats. [4]
5.3.2
Aangekochte horloges Gassan Diamonds
Op 15 september 2020 is de woning doorzocht van [medeverdachte 1] op het adres [adres 1] . Hier verbleef [verdachte] . Zij is de tweede echtgenote van [medeverdachte 1] . [5] In de woning zijn veel luxe goederen, waaronder horloges van de merken Rolex, Patek Philippe, Audemars Piquet en Richard Mille aangetroffen en in beslag genomen. Dergelijke luxe horloges worden bij de aanschaf op naam geregistreerd. [6] Het onderzoeksteam heeft bij Gassan Diamonds gegevens opgevraagd naar aanleiding van informatie over sieraden en horloges die bij de doorzoeking zijn aangetroffen.
Rolex horlogedoos met garantiecertificaat van het horloge type [typenummer] [7]
Volgens het garantiecertificaat is ‘ [typenummer] ’ degene die dit horloge heeft aangekocht op 12 maart 2020. [8] De factuur van Gassan bevestigt dat dit horloge daar op 12 maart 2020 is aangekocht. [9] De aankoopprijs van € 9.200,00 is contant voldaan. Als aankoper staat de heer ‘ [naam 1] ’ vermeld. [10] Getuige [naam getuige] is als verkoopster bij de verkoop van dit horloge betrokken geweest. Zij is voor de aankoop benaderd door [verdachte] . [verdachte] gaf aan dat ze iemand had die een bepaalde Rolex wilde hebben. Dit bleek iemand genaamd [naam 1] te zijn. Het betreffende horloge was eerst niet op voorraad. Toen het horloge binnen was, heeft [naam getuige] [verdachte] daarvan op de hoogte gesteld. [11]
Rolexhorloge echtheidspas in Gassan etui van serienummer [serienummer 2] [12]
Het horloge waarvan deze garantiekaart is aangetroffen in de woning is op 19 mei 2020 aangekocht voor € 8.500,00. Dit bedrag is contant voldaan. De factuur staat op naam van ‘ [naam 1] ’ [13] Getuige [naam getuige] was wederom als verkoopster bij de verkoop van dit horloge betrokken. Zij heeft verklaard dat na de aankoop van het horloge op 12 maart 2020 [naam 1] een wishlist heeft doorgegeven. Toen het gewenste horloge binnen kwam heeft [naam getuige] wederom contact opgenomen met [verdachte] . De rechtbank begrijpt dat dit over het Rolex-horloge met serienummer [serienummer 2] gaat dat op 19 mei 2020 is aangekocht. [naam 1] heeft in totaal twee keer een horloge bij [naam getuige] aangekocht. [14]
[naam getuige] heeft nog verklaard dat bij ofwel de aankoop op 12 maart 2020 ofwel de aankoop op 19 mei 2020 een aanpassing aan het horloge moest komen. Nadat dat was gebeurd, heeft zij het horloge langsgebracht bij [verdachte] en [medeverdachte 1] . [naam 1] was daar toen ook. [15]
Rolex horlogedoos en echtheidspas van het horloge met serienummer [serienummer 3] [16]
Volgens het garantiecertificaat is ‘ [verdachte] ’ degene die dit horloge heeft aangekocht op 28 mei 2020. [17] Ook op basis van de gegevens uit de factuur volgt dat het horloge dat bij de doos en het garantiebewijs hoort op 28 mei 2020 is aangekocht bij Gassan. De aankoopprijs is
€ 11.850,00 en dit bedrag is contant betaald. [18] De factuur staat op naam van de heer [naam 2] . [naam 2] heeft zich bij de aankoop geïdentificeerd. [19] [naam 2] heeft als getuige verklaard dat het klopt dat hij in mei 2020 een horloge heeft aangeschaft bij Gassan. [naam 3] vroeg of [naam 2] voor een vriend van [naam 3] een horloge wilde kopen omdat diegene geen baan had en hij dan geen horloge op zijn naam kon hebben. [20] [naam 2] is met [naam 3] de winkel in gegaan en [naam 2] heeft toen zijn identiteitskaart getoond. [naam 3] nam vervolgens het horloge aan en heeft dat toen meegenomen. Volgens [naam 2] was het horloge al betaald. [naam 3] deed het woord. [naam 2] had geen idee wat de prijs was van het horloge. [21] Getuige [naam getuige] is als verkoopster bij de verkoop van dit horloge betrokken geweest. Zij heeft verklaard dat zij hiervoor was benaderd door [verdachte] . [verdachte] vroeg of ze het horloge voor de vrouw van een vriend wilde regelen. [naam getuige] had hiervoor van [verdachte] een foto doorgestuurd gekregen. [22]
Rolex horloge model 126300-72610
Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] is een iPhone 11 Pro aangetroffen. Deze werd inbeslaggenomen in de woning op het adres [adres 2] . In de telefoon is een chatbericht aangetroffen met [naam 4] . [23] Uit de chat is op te maken dat [medeverdachte 1] op 27 maart 2020 een horloge van het merk Rolex heeft gekocht bij het hoofdkantoor van Gassan en dit horloge is opgehaald door zijn vriendin. [24] Uit informatie verkregen van Gassan blijkt dat er op die datum bij hun boetiek op het hoofdkantoor inderdaad één horloge van het model [nummer 1] was verkocht. [25] Op de factuur staat de naam van [naam 5] . De aankoopprijs van het horloge is € 7.300 en is contant betaald. [26] [naam 5] heeft als getuige verklaard dat zij dit horloge niet heeft gekocht. Zij heeft daar niet eens geld voor. [27] [naam 5] zou nooit iets bij Gassan kopen. [28] [naam 5] kent [verdachte] . Ze waren ooit vriendinnen. [29] [naam getuige] heeft als getuige verklaard dat zij ook bij de verkoop van dit horloge was betrokken. [naam getuige] had van [verdachte] het verzoek voor de aankoop van dit horloge gekregen. [naam getuige] kent [naam 5] van vakanties en weet niet of [naam 5] het horloge heeft gekocht. Zij weet ook niet hoe het komt dat de naam en adresgegevens van [naam 5] op de factuur staan. Voor aankopen onder de € 10.000 vindt geen ID-check plaats. [30]
5.3.3
Contant bonnen/facturen
Bij de doorzoeking van de woning op het adres [adres 1] zijn in het keukenkastje IKEA bonnen aangetroffen van de volgende aankopen:
- een aankoop op 11 mei 2019 van in totaal € 981,62, dit bedrag is contant afgerekend; en [31]
- een aankoop op 12 mei 2019 van in totaal € 4.691,16. Ook dit bedrag is contant afgerekend. [32]
Ook is een bon van de Bijenkorf aangetroffen van een aankoop op 3 september 2020 van
€ 559,30. Dit bedrag is contant afgerekend. [33]
Tot slot is een aankoopbon aangetroffen van een aankoop bij Dior op 10 september 2020 van sandalen voor € 590,00. Deze aankoop is contant voldaan. [34]
5.3.4
Aangetroffen geldbedrag doorzoeking [adres 1]
Bij de doorzoeking is in het kastje boven de keuken een stapel biljetten van in totaal
€ 7.150,00 aangetroffen. De biljetten waren met een elastiekje aan elkaar gebonden. Het gaat om biljetten van 50, 100 en 200 euro. [35]
5.3.5
Remboursleveringen € 5.477,00
In de periode van 3 juli 2019 tot en met 17 augustus 2020 zijn er op het adres [adres 1] door UPS in totaal 20 pakketten bezorgd, waarvan er 15 pakketten contant zijn betaald bij de bezorging. Het remboursbedrag dat daarbij is geïnd bedraagt:
€ 5.477,00. [36] De pakketten bleken afkomstig te zijn van [internetsite] . [37] De pakketten zijn bezorgd op naam van [verdachte] of een verbastering van haar naam. [38]
5.3.6
Bewijsoverwegingen
Uit het voorgaande volgt dat [verdachte] in de tenlastegelegde periode contante uitgaven heeft gedaan voor het aankopen van luxe horloges, (designer)kleding en andere goederen. Daarnaast is er een contant geldbedrag aangetroffen op het adres [adres 1] .
Beoordelingskader witwassen
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] betrokken is geweest bij voornoemde contante betalingen, dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
Om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van witwassen moet vaststaan dat het geld of de goederen middellijk of onmiddellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat daarvoor niet hoeft te worden bewezen door wie, wanneer en waar dit misdrijf is gepleegd. [39] Het gronddelict hoeft dus niet te worden bewezen, maar wel is vereist dat het geld of de goederen afkomstig zijn uit enig misdrijf. Omdat het dossier voor de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen geen bewijs bevat dat deze direct van misdrijf afkomstig zijn, zal de rechtbank het toetsingskader hanteren zoals dat in de jurisprudentie is ontwikkeld. [40]
Uit deze bestendige jurisprudentie volgt dat witwassen kan worden bewezen als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Het ligt op de weg van het Openbaar Ministerie om zicht te bieden op het bewijs waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid.
Wanneer door het Openbaar Ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het geld of de goederen uit enig misdrijf afkomstig zijn, mag van de verdachte worden verlangd dat hij of zij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het geld of de goederen niet van misdrijf afkomstig zijn. De omstandigheid dat zo een verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. Bij de beoordeling van de verklaring van de verdachte spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij of zij pas in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde eisen voldoet.
Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het geld of de goederen. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal dienen te blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen of goederen waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Toepassing van het beoordelingskader witwassen
De rechtbank is van oordeel dat uit de hiervoor besproken bewijsmiddelen een gerechtvaardigd vermoeden naar voren komt dat de ten laste gelegde geldbedragen geheel of gedeeltelijk van misdrijf afkomstig zijn en dat er sprake is van witwassen. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [verdachte] en haar partner [medeverdachte 1] binnen de tenlastegelegde periode zeer luxe hebben geleefd. Opvallend is dat de luxe (designer) goederen en dure horloges waarvan contante aankoopdocumenten bij [verdachte] zijn aangetroffen, doorgaans zijn geregistreerd op naam van een andere koper en dat deze items dus niet in alle gevallen op naam staan van [verdachte] en/of [medeverdachte 1] . Uit het dossier komt naar voren dat deze aankopen op initiatief van [verdachte] en [medeverdachte 1] tot stand zijn gekomen en dat de luxe horloges uiteindelijk ook bij hen terecht zijn gekomen. Bij de aankopen van de horloges hebben zij gebruik gemaakt van een tussenpersoon, [naam 3] , om het horloge op te halen. Ook zijn (de namen van) derden zoals [naam 2] en [naam 5] bij een aantal aankopen gebruikt om te verhullen dat [verdachte] en/of [medeverdachte 1] verantwoordelijk waren voor de aanschaf daarvan.
Bovendien blijkt uit de camerabeelden van de Hermèswinkel, waarop te zien is hoe [verdachte] en [medeverdachte 1] samen aankopen doen, dat [medeverdachte 1] met stapels contant geld op zak rondliep. [41] Het voorhanden hebben van grote hoeveelheden contant geldt zonder noodzaak daartoe op grond van bedrijf en beroep brengt een veiligheidsrisico met zich.
Tot slot wordt [medeverdachte 1] vandaag veroordeeld (parketnummers 13/997030-20 (A) en 13/997062-21 (B) voor witwassen door middel van ondergronds bankieren, waarin grote bedragen aan contant geld omgaan.
Over de herkomst van het geld waarmee deze contante aankopen zijn gedaan, is niets bekend. [verdachte] heeft in de jaren 2015 – 2020 alleen zorgtoeslag ontvangen. Van haar is geen legaal inkomen bekend. [42] Uit onderzoek is niet gebleken dat [verdachte] uit hoofde van haar bedrijf of beroep heeft moeten of kunnen beschikken over grote contante geldbedragen. [medeverdachte 1] heeft in de jaren 2015 – 2019 weliswaar legale inkomsten genoten, [43] maar de hoogte daarvan is niet toereikend om het voorhanden hebben en/of verplaatsen van dergelijke grote contante geldbedragen vanuit legale bronnen te kunnen verklaren. Uit onderzoek is niet gebleken dat [medeverdachte 1] uit hoofde van zijn bedrijf of beroep heeft moeten of kunnen beschikken over grote contante geldbedragen. Voor de stelling dat [medeverdachte 1] handelde in luxe horloges en hiermee een legaal vermogen heeft opgebouwd waardoor [verdachte] en [medeverdachte 1] over een aanzienlijk vermogen konden beschikken, is geen begin van aannemelijkheid aangevoerd en er zijn geen verdere aanknopingspunten door de verdediging ingebracht.
Dat maakt dat sprake is van een witwasvermoeden.
Geen geloofwaardige, concrete en verifieerbare verklaring voor de herkomst van het geld
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat er een ernstig en gerechtvaardigd vermoeden is dat het geld waarmee [verdachte] de hiervoor beschreven contante aankopen heeft gedaan geheel of gedeeltelijk van misdrijf afkomstig is, mag van haar worden verlangd dat zij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van het geld. [verdachte] heeft zich bij de politie op haar zwijgrecht beroepen en is op de zitting niet verschenen. Dit brengt met zich dat door [verdachte] geen tegenwicht is geboden aan de verdenking van witwassen en dit dus geen aanleiding geeft tot een nader onderzoek door het Openbaar Ministerie. Er is dan ook geen andere conclusie mogelijk dan dat de in de tenlastelegging bedoelde gelden onmiddellijk of middellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf.
Opzet en medeplegen
Het is gelet op het voorgaande uitgesloten dat [verdachte] niet van de illegale herkomst van het geld heeft geweten, te meer omdat zijzelf en ook [medeverdachte 1] in het kader van eerdere onderzoeken naar witwassen transacties hebben voldaan.
De rechtbank is van oordeel dat het tenlastegelegde medeplegen kan worden bewezen. De woning op het adres [adres 1] behoorde toe aan [medeverdachte 1] , en [verdachte] verbleef daar. In beide woningen van [medeverdachte 1] zijn aanwijzingen gevonden voor aankopen van veel luxe goederen. Zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] hadden wetenschap van de aanwezige goederen/gelden/aankopen en deze bevonden zich in hun machtssfeer. In een aantal gevallen hebben zij ook samen luxe goederen aangeschaft. Daarmee was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . Zij hebben het geld dus samen witgewassen.
Gewoontewitwassen
Het witwassen heeft binnen een langere periode een zodanige omvang en continuïteit gehad dat naar het oordeel van de rechtbank ook bewezen kan worden dat [verdachte] van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Conclusie
De rechtbank komt gelet op dat wat hiervoor is besproken tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen van gewoontewitwassen van geld in de tenlastegelegde periode.

6.Beslissing

De rechtbank acht op grond van de onder 5.3 opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte] :
Feit 1 (ZD 03)
in de periode van 19 juni 2018 tot en met 15 september 2020, te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben zij en haar mededader een of meer voorwerpen,
te weten geld, verworven en/of voorhanden gehad en/of omgezet en/of van die voorwerpen gebruik gemaakt, terwijl zij, verdachte, en haar mededader wisten dat deze voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De taal- en/of schrijffouten die in de tenlastelegging stonden, zijn verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

7.De strafbaarheid van het feit en van verdachte

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
Eis van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat [verdachte] voor het feit zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Wat betreft de in beslag genomen goederen zoals vermeld op beslaglijst I luidt de vordering als volgt:
  • Verbeurdverklaren: de goederen als vermeld onder de nummers 1 tot en met 23, 25 tot en met 40, 42 tot en met 50, 59 tot en met 62, 69 tot en met 74, 76 tot en met 79 en 81.
  • Retourneren aan [verdachte] : de goederen als vermeld onder de nummers 5, 63, 64, 68, 75 en 80.
8.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de bewezen geachte feiten, de omstandigheden waaronder die zijn begaan en de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aard en ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Dit deed zij samen met [medeverdachte 1] . Witwassen leidt ertoe dat uit misdrijf verkregen geld een schijnbaar legale herkomst krijgt, waarna de pleger van het misdrijf vrijelijk over het geld kan beschikken in de legale economie, zodat ‘misdaad loont’. Witwassen vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Geld dat wordt verdiend door het plegen van strafbare feiten heeft een ontwrichtende werking op de samenleving.
Uit het dossier is gebleken dat [verdachte] een luxe leven kon leiden met geld dat van misdrijf afkomstig is. Daardoor kon [verdachte] illegaal over luxe designergoederen, dure en exclusieve horloges en contante geldbedragen beschikken. Dit alles gaat ten koste van de samenleving. Daarmee heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan een kwalijk feit.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gekeken naar jurisprudentie over vergelijkbare zaken en naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Er is geen afzonderlijk oriëntatiepunt voor witwassen, maar de rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor fraudezaken. In dit geval is bijna € 70.000 witgewassen. Het oriëntatiepunt voor fraudezaken met een benadelingsbedrag tussen de
€ 10.000 tot € 70.000 is een gevangenisstraf van 2 tot 5 maanden of een taakstraf. Strafverzwarend is dat [verdachte] van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt en dat zij dit samen met [medeverdachte 1] heeft gedaan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank houdt bij het bepalen van de op te leggen straf ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] . In dat kader is acht geslagen op haar strafblad. Hieruit blijkt dat zij eerder voor witwassen een transactie heeft voldaan. Ondanks dat [verdachte] daarmee eerder voor soortgelijke criminele activiteiten is bestraft, heeft dit haar er niet van weerhouden om opnieuw in de fout te gaan. De rechtbank weegt dit in haar nadeel mee bij het bepalen van de op te leggen straf.
Conclusie
Alles afwegende zal de rechtbank [verdachte] een taakstraf opleggen van 240 uren met het bevel, voor het geval dat zij de taakstraf niet of niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen. Om [verdachte] van het plegen van nieuwe strafbare feiten te weerhouden legt de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
8.4
Beslag
De onder [verdachte] in genomen voorwerpen zijn opgenomen op de aan de rechtbank overhandigde beslaglijst die als
bijlage IIaan dit vonnis is gehecht.
8.4.1
Verbeurdverklaring
De rechtbank verklaart de hierna te noemen goederen verbeurd omdat deze goederen aan [verdachte] toebehoren en deze voorwerpen voor verbeurdverklaring vatbaar zijn omdat met deze goederen de feiten zijn gepleegd.
8.4.2
Retourneren aan [verdachte]
De rechtbank zal de teruggave aan [verdachte] gelasten van de in beslag genomen goederen. Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat enkel in beslag genomen goederen verbeurd kunnen worden verklaard, waarvan kan worden vastgesteld dat die onderdeel zijn van het bewezenverklaarde witwassen. De rechtbank ziet – behalve het contante geldbedrag – in de beslaglijst onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat de in beslag genomen goederen daaronder vallen. Het Openbaar Ministerie heeft daarvoor ook geen aanzet gegeven. Dat maakt dat de overige goederen in beginsel geretourneerd moeten worden aan [verdachte] , zij het dat daar nog conservatoir beslag op ligt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde nietig voor het gedeelte: ‘
en/of luxe goederen (waaronder horloges en (merk)kleding)’.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van gewoontewitwassen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
120 (honderdtwintig) dagen.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart verbeurd:
- Geld Euro 73 x 50, 19 x 100, 200 x 8 = 7150 euro [bankrekeningnummer] (nr. 1)
Gelastde
teruggave aan [verdachte]van:
  • 1 STK Pas Echtheidspas Audemars serienr [serienummer 4] warr, SA197.02.01.005 (nr. 2)
  • 1 STK Doos Rolex Slate Roman SA197.02.01.006 (nr. 3)
  • 1 STK Doos Rolex SA197.02.01.007 (nr. 4)
  • 1 STK Doos Oyster M SAP [nummer 2] SA197.02.01.008 (nr. 5)
  • 1 STK Doos Kleur: groen Rolex zonder opschrift SA197.02.01.009 (nr. 6)
  • 1 STK Doos Kleur: zwart Audemars Piquet SA197.02.01.010 (nr. 7)
  • 1 STK Doos Oyster M SAP [nummer 2] .01 SA197.02.01.011 (nr. 8)
  • 1 STK Doos Kleur: zwart Oyster M SAP [nummer 2] SA197.02.01.012 (nr. 9)
  • 1 STK Doos Rolex SA197.02.01.013 zonder opschrift (nr. 10)
  • 1 STK Doos Rolex SA197.02.01.014 zonder opschrift (nr. 11)
  • 1 STK Doos Rolex SA197.02.01.015 zonder opschrift (nr. 12)
  • 1 PR Schoenen Kleur: bruin Chris Louboutin suede SA197.02.01.016 (nr. 13)
  • 1 PR Schoenen Kleur: zwart Alex MC Queen SA197.02.01.017 (nr. 14)
  • 1 PR Schoenen Lora Diana SA197.02.01.018 in bruine doos (nr. 15)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy boost SA197.02.01.019 (nr. 16)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy boost SA197.02.01.020 (nr. 17)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy boost SA197.02.01.021 (nr. 18)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy boost SA197.0.01.022 (nr. 19)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy boost SA197.02.01.023 (nr. 20)
  • 1 STK Tas Kleur: Rood Givenchy tas SA197.02.01.024 (nr. 21)
  • 1 STK Tas Kleur: Groen Yves Sain Laur SA197.02.01.025 (nr. 22)
  • 1 STK Tas Kleur: Grijs Celine SA197.02.01.026 (nr. 23)
  • 1 STK Tas Kleur: Grijs Celine SA197.02.01.028 (nr. 25)
  • 1 STK Tas Kleur: Bruin Louis Vuitton SA197.02.01.29 (nr. 26)
  • 1 STK Tas Kleur: Bruin Louis Vuitton SA197.02.01.030 (nr. 27)
  • 1 STK Tas Kleur: Zwart Coco Chanel SA197.02.01.031 (nr. 28)
  • 3 STK Tas Louis Vuitton SA197.02.01.032 (nr. 29)
  • 1 STK Portemonnee Kleur: bruin Hermes Paris SA197.02.01.33 (nr. 30)
  • 1 STK Portemonnee Kleur: bruin Louis Vuitton SA197.02.01.034 (nr. 31)
  • 1 STK Tas Kleur: Bruin Tom Ford SA197.02.01.035 (nr. 32)
  • 1 STK Tas Kleur: roodbruin Yves Saint Laurent SA197.02.01.036 (nr. 33)
  • 1 STK Tas Kleur: lichtbruin Hermes Paris SA197.02.01.037 (nr. 34)
  • 1 STK Tas Kleur: bruin Chr. Louboutin SA197.02.01.038 (nr. 35)
  • 1 STK Portemonnee Kleur: lichtbruin Hermes Paris SA197.02.01.039 (nr. 36)
  • 1 STK Portemonnee Kleur: donker bruin Coco Chanles SA197.02.01.040 (nr. 37)
  • 1 STK Portemonnee Kleur: donkerbruin Hermes Paris SA197.02.0.041 (nr. 38)
  • 1 STK Tas Kleur: donker bruin Hermes Paris SA197.02.01.042 (nr. 39)
  • 1 STK Tas Kleur: lichtbruin Valentino Damestas SA197.92.01.043 (nr. 40)
  • 1 STK Kleding Kleur: zwart, Ballmain Paris colbert SA197.92.01.045 (nr. 42)
  • 1 STK Kleding Kleur: zwart, Dsquared 2 colbert SA197.92.01.046 (nr. 43)
  • 1 STK Jas Kleur: zwart, Canada Goose Arctin SA197.92.01.047 (nr. 44)
  • 1 STK Jas Kleur: rood Moncler SA197.92.01.048 (nr. 45)
  • 1 PR Schoenen Slippers DIOR SA197.02..03.001 (nr. 46)
  • 2 PR Schoenen Slippers Hermes Paris SA197.02.004.001 (nr. 47)
  • 1 PR Schoenen Adidas Yeezy BT SA197.02.04.002 (nr. 48)
  • 1 STK Doos Patek Philippe Geneve SA197.96.01.022 (nr. 49)
  • 1 STK Koffer, Kleur: bruin Tokyo City BY Tarouane SA197.06.02.001 (nr. 50)
  • 1 STK simkaart van zaktelefoon SA197.02.01.044a Oranje Marokko (nr. 57)
  • 1 STK doos Rolex SA197.06.01.001 zonder opschrift (nr. 59)
  • 1 STK Niet te definiëren goederen: fotocollage SA197.12.01.001 ingelijst Cruyf + handtekening (nr. 60)
  • 1 STK Niet te definiëren goederen: fotocollage SA197.12.01.002 ingelijst Pelé met handtekening (nr. 61)
  • 1 STK Niet te definiëren goederen: fotocollage SA197.12.01.002 ingelijst Mohamed Ali met bokshandschoen + handtekening (nr. 62)
  • 1 STK computer IMAC in doos SA197.12.02.001 (nr. 63)
  • 1 STK zaktelefoon Nokia RM1135 SA197.12.03.003 (nr. 64)
  • 1 STK USK-stick 20GB SA197.01.01.001 (nr. 68)
  • 1 STK Armband Kleur: Rose Cartier SA197.02.01.004.001 (nr. 69)
  • 1 STK Armband Kleur: Rose Cartier SA197.02.01.004.002 (nr. 70)
  • 1 STK Armband Kleur: Rose Cartier SA197.02.01.004.003 (nr. 71)
  • 1 STK Armband Kleur: Rose Cartier SA197.02.01.004.004 (nr. 72)
  • 1 STK Armband Kleur: zilver Cartier SA197.02.01.004.005 (nr. 73)
  • 1 STK Armband Kleur: zilver Cartier SA197.02.01.004.006 (nr. 74)
  • 1 STK simkaart voor zaktelefoon Orange SA197.92.01.044A (nr. 75)
  • 1 STK Horloge Audemars Piquet Lady Royal SA197.02.01.001 (nr. 76)
  • 1 STK Horloge Richard Mille RM005 AF SA197.02.01.002 (nr. 77)
  • 1 STK Horloge Audemars Piquet in koker Wolf SA197.02.01.003 (nr.78)
  • 1 STK Zak Kleur: rood, Cartier rood SA197.02.01.004 (nr. 79)
  • 1 STK USB-stick 20GB SA197.01.01.001 (nr. 80)
  • 1 STK Tas Louis Vuitton toilettas (nr. 81)
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.J. Koene, voorzitter,
mrs. P.P.C.M. Waarts en C. Huizing-Bruil, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Breukelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 juli 2022.
[...]

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende zaaksdossier (ZD) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Daar waar staat ZD03 wordt steeds bedoeld ‘ZD03 bijlagen’. Daarbij wordt tussen haakjes het digitale paginanummer vermeld voor zover die afwijkt van de doornummering. Tenzij anders vermeld, gaat het steeds om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover er verwezen wordt naar een proces-verbaal van bevindingen, wordt dit processtuk in de voetnoot afgekort als ‘PVB’.
2.PVB gegevens ING-bank [verdachte] , ZD03, p. 0153, bovenaan.
3.PVB gegevens ING-bank [verdachte] , ZD03, p. 0159, tabel.
4.PVB gegevens ING-bank [verdachte] , ZD03, p. 0153, midden.
5.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0516, alinea 5.
6.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0516, alinea 6.
7.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0450.
8.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0450, onderaan.
9.PVB van verstrekking gegevens door Gassan, ZD03, p. 0478, onderaan.
10.PVB van verstrekking gegevens door Gassan, ZD03, p. 0478, onderaan.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] , ZD03, p. 0592, midden en onderaan.
12.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0418, midden.
13.PVB van verstrekking gegevens door Gassan, ZD03, p. 0480 bovenaan.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] , ZD03, p. 0592, midden en onderaan.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] , ZD03, p. 0592, onderaan.
16.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0421, bovenaan.
17.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0421, bovenaan.
18.PVB van verstrekking gegevens door Gassan, ZD03, p. 0482, onderaan.
19.PVB van verstrekking gegevens door Gassan, ZD03, p. 0483, bovenaan.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , ZD03, p. 0512, bovenaan en midden.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , ZD03, p. 0512, onderaan
22.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] , ZD03, p. 0591, midden.
23.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0517, alinea 3.
24.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0517, onder tabel.
25.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0518, alinea 1.
26.PVB van gegevens Gassan 2e uitlevering, ZD03, p. 0518, onderaan.
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , ZD03, p. 0617, onderaan.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , ZD03, p. 0618, bovenaan.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , ZD03, p. 0618, midden.
30.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] , ZD03, p. 0593, midden en onderaan.
31.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0448, onderaan.
32.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0449, bovenaan.
33.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0448, onderaan.
34.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0440, bovenaan.
35.PVB van doorzoeking [adres 1] , ZD03, p. 0448, midden.
36.PVB van gegevens UPS [adres 1] , ZD03, p. 0679, onderaan.
37.PVB van gegevens UPS [adres 1] , ZD03, p. 0680, tabel.
38.PVB van gegevens UPS [adres 1] , ZD03, p. 0681, midden.
39.ECLI:HR:2004:AP2124.
40.ECLI:GHAMS:2013:BY8481
41.PVB van camerabeelden Hermès 10 september 2020, ZD03, p. 0629, onderaan.
42.PVB van gegevens iCOV, Persoonsdossier [verdachte] , p. 2 (dig. 8)
43.PVB van gegevens iCOV, Persoonsdossier [medeverdachte 1] ’, p. 18 midden (dig. 26).