8.2Beoordeling door de rechtbank
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder 1 en 2 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
De rechtbank wijst de volgende posten toe omdat zij van oordeel is dat deze voldoende zijn onderbouwd en er sprake is van een direct verband tussen de schade en de bewezenverklaarde feiten. Overigens zijn deze posten niet betwist:
Gederfde inkomsten: € 1.216.080,00
Hotel overnachting in verband met operatie: € 190,50
Eigen risico zorgverzekering: € 885,00
Medicijnen en verzorgingsmaterialen et cetera: € 382,20
Speciaal patiëntenvervoer ambulance: € 950,00
Reiskosten Costa Rica: € 3.823,64
Partner onbetaald verlof: € 1.224,00
Steam Deck Handheld Computer: € 545,00
ONYX BOOX note Air e-ink tablet: € 499,99
Voor wat betreft de toewijzing van de kosten voor gederfde inkomsten overweegt de rechtbank dat dit een schatting betreft en deze gederfde inkomsten gelet op dat wat op de terechtzitting naar voren is gebracht aan de lage kant is gewaardeerd gelet op de prognoses. De kosten voor onbetaald verlof merkt de rechtbank aan als verplaatste schade. Omdat deze kosten zijn gemaakt ten behoeve van de benadeelde partij worden deze volledig toegewezen.
Voor wat betreft de gevorderde reiskosten zal de rechtbank deze deels toewijzen omdat de benadeelde partij de reiskosten heeft gemaakt en deze in voldoende rechtstreeks verband staan met de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank zal voor de berekening uitgaan van het forfaitair tarief van € 0,28 per kilometer in plaats van het door de benadeelde partij gevorderde tarief van € 0,50 per kilometer:
Reiskosten familie 150 km x € 0,28 x 42: € 1.764,00
Reiskosten partner 138 km x € 0,28 x 28: € 1.081,92
Reiskosten naar advocaat 227 km x € 0,28 x 3: € 190,68
Reiskosten politiebureau 308 km x € 0,28 x 4: € 344,96
Reiskosten naar ocularist 296 km x € 0,28 x 6: € 497,28
Reiskosten naar GGZ 204 km x € 0,28 x 24: € 1.370,88
De kosten voor kleding, nu deze niet verder zijn onderbouwd, schat de rechtbank op een bedrag van € 500,00. De rechtbank zal de gevraagde kosten voor de aanschaf van een nieuwe iPhone matigen tot € 880,00 omdat dit de door de rechtbank geschatte restwaarde was van het toestel van de benadeelde partij die van hem is weggenomen. Dit was een iPhone 12 Pro max en niet het nieuwere model zoals is gevorderd. De gevorderde kosten voor het horloge van het merk Longines zal de rechtbank toewijzen tot een bedrag van € 1.120,00. Dit was de door de rechtbank geschatte restwaarde van het horloge.
Dit betekent dat de rechtbank de vordering tot vergoeding van materiële schade zal toewijzen tot een bedrag van in totaal € 1.232.330,05, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd op 2 april 2022.
De benadeelde partij zal voor het overige en voor wat betreft de gevraagde kosten voor een personal trainer € 1.440,00, psychotherapie voor zijn partner € 1.200,00, eigen risico van zijn moeder € 385,00 en haptonomie behandelingen van zijn moeder € 1.620,00, en de gevorderde kosten voor de hondenuitlaatservice € 2.979,60, niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering omdat de vordering op deze punten onvoldoende is onderbouwd, danwel door derden gevorderde kosten betreft die niet voor vergoeding in aanmerking komen en het toelaten van een verdere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan het resterende deel van zijn vordering indien hij dat wenst nog wel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder 1 en 2 bewezenverklaarde rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade aangezien omdat de benadeelde partij als gevolg van deze strafbare feiten zwaar lichamelijk letsel en ook geestelijk letsel heeft opgelopen. De benadeelde partij heeft voldoende concrete en objectieve gegevens aangevoerd waaruit blijkt dat ten gevolge van het strafbare feit een psychische beschadiging is ontstaan.
Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid op € 60.000,00, zoals ook door de benadeelde partij is gevorderd. De rechtbank wijst ook de wettelijke rente toe vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd op 2 april 2022.
De rechtbank zal bepalen dat verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor het geheel en indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De gemaakte kosten worden tot op dit moment vastgesteld op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregel opleggen, aangezien verdachte jegens het slachtoffer [aangever] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 1.292.330,05. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2022.