ECLI:NL:RBAMS:2022:772

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
703990 / FA RK 21/4083 & 703992 / FA RK 21/4085
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel en verzoeken tot schadevergoeding in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van Amstelveen was opgelegd op 8 juni 2021. De betrokkene, geboren in 1992, heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel en verzocht om schadevergoeding van € 200,- per dag voor de periode dat zij gedwongen in een kliniek verbleef. Daarnaast werd er een verzoek tot schadevergoeding ingediend wegens de overschrijding van de beslistermijn door de rechtbank, met een verzoek om € 500,- van de Staat der Nederlanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 januari 2022 werd betrokkene vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.K. Gaasbeek, en de burgemeester door mr. R.R. Bisoen. De rechtbank heeft de medische verklaring van psychiater W.J. Peyrot beoordeeld en geconcludeerd dat de crisismaatregel rechtmatig was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester op basis van de medische verklaring mocht besluiten tot de crisismaatregel, en dat het beroep tegen deze maatregel ongegrond was. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen schade was aangetoond die het gevolg was van de overschrijding van de beslistermijn. De rechtbank heeft de beschikking op 16 februari 2022 gegeven, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open voor het beroep tegen de crisismaatregel en hoger beroep voor de verzoeken om schadevergoeding.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/703990/FA RK 21/4083 (beroep CM)
C/13/703992/FA RK 21/4085 (schadevergoeding)
kenmerk: VCM / 1095314
Beroep tegen een crisismaatregel en verzoeken tot schadevergoeding
Beschikking van 16 februari 2022naar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel en verzoeken tot schadevergoeding ex artikel 10:12, lid 1 en lid 3, van de Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.K. Gaasbeek,
tegen
de burgemeester van de gemeente Amstelveen,
hierna: de burgemeester,
gemachtigde: mr. R.R. Bisoen,
en tegen
de Staat der Nederlanden,
vertegenwoordigd door de Raad voor de Rechtspraak.

1.Het procesverloop

Op 21 juni 2021 heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de crisismaatregel die de burgemeester op 8 juni 2021 aan haar heeft opgelegd en een verzoek tot schadevergoeding ten laste van de gemeente Amstelveen ingediend.
Bij de verzoekschriften zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beslissing van de burgemeester houdende het opleggen van de crisismaatregel d.d. 8 juni 2021;
- hoorverslag via het systeem van Khonraad d.d. 8 juni 2021;
- als aanvullende stukken een brief van de rechtbank waarin hij geïnformeerd wordt over de achterstand met betrekking tot het behandelen van beroepschriften en een e-mail van betrokkene waarin zij haar situatie beschrijft in het kader van een urgentieaanvraag.
Op 31 januari 2022 is namens de burgemeester een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 31 januari 2022 in het gebouw
van de rechtbank. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- de gemachtigde van de burgemeester;
- W.J. Peyrot, psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld;
- mr. L. Bellekom, jurist namens GGZ inGeest.

2.Het verzoek

2.1.
Betrokkene stelt beroep in tegen de op 8 juni 2021 door de burgemeester verleende crisismaatregel. Betrokkene heeft verzocht om haar beroep gegrond te verklaren en aan haar een schadevergoeding toe te kennen ten laste van de gemeente Amstelveen van € 200,- per dag dat zij gedwongen in de kliniek heeft moeten verblijven en van haar vrijheid is beroofd.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aanvullend een verzoek om schadevergoeding gedaan in verband met de overschrijding van de beslistermijn door de rechter. Hij verzoekt een bedrag van € 500,- ten laste van de Staat der Nederlanden.

3.Standpunten

3.1.
Namens betrokkene is aangevoerd dat de medische verklaring niet op wettige wijze tot stand is gekomen en ontoereikend was voor het opleggen van een crisismaatregel. De onafhankelijke psychiater heeft betrokkene niet fysiek beoordeeld, een onjuiste diagnose vastgesteld en zich gebaseerd op informatie van de ambulante behandelaren. Betrokkene heeft voor het onderzoek via een beeldverbinding geen toestemming gegeven. Verder stelt betrokkene dat zij weliswaar producten van de Albert Heijn heeft genuttigd, maar dat zij met de filiaalmanager had afgesproken dat zij het genuttigde bedrag later terug zou betalen. Betrokkene concludeert dat zij ten onrechte is opgenomen. Hierdoor heeft zij schade geleden. Betrokkene verzoekt daarom om een schadevergoeding toe te kennen van € 200,- per dag dat zij gedwongen in de kliniek heeft moeten verblijven. Zij stelt drie dagen onterecht opgenomen te zijn geweest, wat neerkomt op een totaal bedrag van € 600,-. De advocaat heeft tijdens de mondelinge behandeling aanvullend een verzoek tot schadevergoeding gedaan in verband met de overschrijding van de beslistermijn door de rechtbank. Hij verzoekt een bedrag van € 500,- ten laste van de Staat.
3.2.
Namens de burgemeester is verwezen naar het verweerschrift en is –samengevat – aangevoerd dat de beschikking van de burgemeester rechtmatig tot stand is gekomen. Uit de medische verklaring blijkt dat de onafhankelijke psychiater voldoende inzicht heeft kunnen krijgen in de gezondheidstoestand van betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde crisismaatregel. Een onderzoek via een beeldverbinding is blijkens jurisprudentie mogelijk. Nu de beschikking rechtmatig tot stand is gekomen, heeft betrokkene geen recht op schadevergoeding. Mocht de rechtbank anders oordelen, dan verzoekt de gemeente om het bedrag aan schadevergoeding te matigen tot € 75,- per dag.
3.3.
De jurist van GGZ inGeest heeft tijdens de mondelinge behandeling pleitaantekeningen overgelegd. Zij heeft –samengevat – aangevoerd dat psychiater Peyrot voldoende inzicht heeft kunnen krijgen in de gezondheidstoestand van betrokkene. Er was tijdens de beoordeling een arts fysiek aanwezig die betrokkene mede heeft beoordeeld. De psychiater heeft er in dit geval voor gekozen om betrokkene niet in fysieke aanwezigheid te onderzoeken, omdat er sprake was van een crisissituatie die in het belang van betrokkene zo spoedig mogelijk moest worden afgerond.

4.Beoordeling

Ten aanzien van de totstandkoming van de medische verklaring
4.1.
De rechtbank overweegt dat de onafhankelijke psychiater het medische onderzoek in beginsel zo dient te verrichten, dat hij de betrokkene in diens fysieke aanwezigheid spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dit redelijkerwijs niet of slechts beperkt mogelijk is, mede gelet op de belemmeringen die het spoedeisende karakter van een crisismaatregel met zich mee kan brengen. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. De psychiater zal in zijn medische verklaring moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan
4.2.
De psychiater die in dit geval de medische verklaring heeft opgesteld, heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat betrokkene door de marechaussee was aangehouden op Schiphol, waar op dat moment geen psychiater aanwezig was. Omdat er wel een arts aanwezig was en betrokkene in crisis verkeerde waardoor de beoordeling geen uitstel duldde, heeft hij ervoor gekozen om betrokkene door de fysiek aanwezige arts te laten beoordelen en betrokkene zelf via een beeldverbinding te beoordelen. De psychiater heeft verklaard dat hij met de door de arts en door hemzelf verkregen informatie een volledig beeld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene heeft kunnen krijgen en tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg op grond van een crisismaatregel was voldaan. De medische verklaring is vervolgens onder zijn verantwoordelijkheid opgesteld.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet het onderzoek door de onafhankelijk psychiater hiermee aan de hiervoor omschreven vereisten. Gelet op de vereiste spoed vanwege de crisissituatie waarin betrokkene verkeerde en de omstandigheid dat op de locatie Schiphol op dat moment wel een arts maar geen psychiater aanwezig was, heeft de psychiater op de best mogelijke manier getracht om inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde crisismaatregel. Dat betrokkene voor het onderzoek via een beeldverbinding geen toestemming zou hebben gegeven, doet hier niet aan af. Toestemming van betrokkene is hiervoor niet vereist. Uit de medische verklaring blijkt voorts op welke gronden de psychiater tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan. De beroepsgrond dat de medische verklaring niet op de juiste wijze tot stand is gekomen slaagt dus niet.
Ten aanzien van de stoornis en het ernstig nadeel
4.4.
In artikel 7:1, eerste lid, onder b, van de Wvggz is bepaald dat de burgemeester een crisismaatregel kan nemen indien er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is en er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend ernstig nadeel veroorzaakt.
4.5.
Uit de stukken, waaronder de medische verklaring en politiemutaties, blijkt dat betrokkene in de periode voorafgaand aan de crisismaatregel verward gedrag vertoonde waarbij zij de hulpdiensten bestookte met paranoïde meldingen. Uit de medische verklaring en hetgeen betrokkene op de mondelinge behandeling heeft verklaard, blijkt dat zij op 8 juni 2021 door de Koninklijke Marechaussee is aangehouden in verband met winkeldiefstal in een supermarkt, waarbij betrokkene zelf het idee had dat zij niet fout zat omdat zij de gestolen etenswaren later terug zou mogen betalen. Bij het onafhankelijk psychiatrische onderzoek is een vrouw gezien zonder ziektebesef of -inzicht waarbij sprake was van onder andere verhoogd associatief gedrag en een verminderde impulscontrole. De onafhankelijke psychiater is tot de conclusie gekomen dat er bij betrokkene sprake is van een manisch-psychotische decompensatie in het kader van een schizo-affectieve stoornis. Betrokkene verkeerde in een instabiele woonsituatie, wendde zich steeds verder af van haar steunsysteem (ouders en 3-jarig zoontje), had te maken met oplopende schulden en betrokkene hield al langere tijd de zorg af. Zij dreigde verder te decompenseren als er niet ingegrepen werd met een crisismaatregel.
4.6.
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de bevindingen in de medische verklaring ten aanzien van het ernstig vermoeden van de aanwezigheid van een psychische stoornis bij betrokkene en het daaruit voortkomende onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
Conclusie ten aanzien van de rechtmatigheid van de crisismaatregel
4.7.
Gelet op het voorgaande heeft de burgemeester op basis van deze medische verklaring mogen besluiten tot het opleggen van de crisismaatregel aan betrokkene. Het beroep tegen de crisismaatregel is dan ook ongegrond. Dit betekent dat er geen grond is voor het toekennen van schadevergoeding.
Ten aanzien van het overschrijden van de beslistermijn door de rechter
4.8.
De rechtbank stelt vast dat zij uiterlijk op 19 juli 2021 op het beroep tegen de crisismaatregel had moeten beslissen. De rechtbank heeft de wettelijke de beslistermijn derhalve ruimschoots overschreden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van betrokkene daarom verzocht om schadevergoeding.
4.9.
De rechtbank overweegt dat in het kader van een verzoek om schadevergoeding op grond van de Wvggz wegens het niet naleven van de wet door – in dit geval – de rechter, in het algemeen geen hoge eisen worden gesteld aan de stelplicht en bewijslast door betrokkene. In dit geval echter, hebben de advocaat en betrokkene op geen enkele wijze gesteld dat er schade is geleden doordat de rechtbank te laat op het beroep tegen de crisismaatregel heeft beslist. De grieven hebben enkel betrekking op de schade die betrokkene stelt te hebben geleden door de door haar onrechtmatig ervaren opname in de kliniek op grond van de crisismaatregel. Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om het verzoek om schadevergoeding reeds af te wijzen op de grond dat niet is gesteld dat er schade is geleden. Omdat er niet is voldaan aan de -minimale- stelplicht, zal de rechtbank de Raad voor de Rechtspraak niet eerst nog in de gelegenheid stellen om een verweerschrift in te dienen.

5.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 8 juni 2021 ongegrond;
- wijst af het verzoek tot schadevergoeding ten laste van de gemeente Amstelveen;
- wijst af het verzoek tot schadevergoeding ten last van de Staat der Nederlanden.
Deze beschikking is op 16 februari 2022 gegeven door mr. G.M. Beunk, rechter, in tegenwoordigheid van M. Amarki, griffier.
Tegen deze beschikking betreffende het beroep tegen de crisismaatregel staat het rechtsmiddel van cassatie open
.
Tegen deze beschikking betreffende de verzoeken om schadevergoeding staat het rechtsmiddel van hoger beroep open
.