Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
“voor de feitencheck”,met het verzoek om de volgende ochtend voor 12:00 uur te reageren.
vandaag” te melden.
: “Wij zullen er morgen op terugkomen.”
“reactie van [eiser] te wegen en waar nodig te verwerken in het artikel. (…) We zullen binnen enkele uren nader reageren.”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
voorgenomen,en dus
toekomstigepublicatie. NRC heeft naar aanleiding hiervan aangevoerd dat een dergelijk verbod op gespannen voet staat met artikel 7 Grondwet (Gw). Het uitgangspunt van deze bepaling – te weten dat een uiting alleen achteraf kan worden beoordeeld – is, aldus NRC, een van de fundamenten van een democratische rechtsstaat. De voorzieningenrechter is hierover van oordeel dat artikel 7 Gw niet per definitie betekent dat een publicatie niet
van tevorenmag worden verboden. Als voldoende bekend is over de voorgenomen publicatie om de onrechtmatigheid hiervan te kunnen vaststellen, kan uit het oogpunt van effectieve rechtsbescherming een verbod vooraf worden uitgesproken. Dit kan echter – zoals ook volgt uit het Mosley-arrest van 10 mei 2011 van het EHRM (EHRC 2011/108) – slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden plaatsvinden.
1.016,00