Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Beoordeling van het onder 1 ten laste gelegde
5.Beoordeling van het onder 2 ten laste gelegde
6.Bewezenverklaring
7.Het bewijs
8.Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straf
- het Psychiatrisch Pro Justitia rapport opgemaakt door D. Matser, kinder- en jeugdpsychiater en het psychologisch Pro Justitia rapport opgemaakt door K. Oostra, GZ-psycholoog, beide opgemaakt op 15 april 2022
- het rapport van de Raad opgemaakt op 1 december 2022;
- de e-mail van JBRA van 2 december 2022.
11.Beslag
12.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
jeugddetentie van 300 (driehonderd) dagen.
225 (tweehonderdvijfentwintig) dagen, van deze jeugddetentienietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast. Dat betekent dat verdachte nu niet opnieuw gedetineerd zal raken.
proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
opdracht aan Jeugdbescherming Regio Amsterdamtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
[benadeelde partij 1] toe tot een bedrag van € 20.000,-(twintigduizend euro) voor affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] gemaakten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden
begroot op € 1.442,-.
aan de Staat, ten behoeve van de nabestaande [benadeelde partij 1] , te betalen de som van € 20.000,- (twintigduizend euro)voor affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
[benadeelde partij 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering is.
[benadeelde partij 2] niet-ontvankelijkin haar vordering.
[benadeelde partij 3] niet-ontvankelijkin zijn vordering.
[benadeelde partij 4] toe tot een bedrag van € 23.306,30 (drieëntwintigduizend driehonderdzes euro en dertig eurocent) voor materiële schade en € 20.000,- (twintigduizend euro) voor affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, wat de affectieschade betreft vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening en wat de materiële schade betreft vanaf het moment dat de kosten zijn gemaakt tot aan de dag van de algehele voldoening.
aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij/nabestaande [benadeelde partij 4] , te betalen de som van € 43.306,30(drieënveertigduizend driehonderdzes euro en dertig eurocent), waarvan € 23.306,30 (drieëntwintigduizend driehonderdzes euro en dertig eurocent) voor materiële schade en € 20.000,- (twintigduizend euro) voor affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, wat de affectieschade betreft vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening en wat de materiële schade betreft vanaf het moment dat de kosten zijn gemaakt tot aan de dag van de algehele voldoening. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
[benadeelde partij 4] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering is.