Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Spaanse autoriteiten. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 11 oktober 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die van Algerijnse en Palestijnse nationaliteit is. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht, waarbij de opgeëiste persoon zelf verklaarde dat hij geboren is op [geboortedag] 1994. De verdediging voerde aan dat de opgeëiste persoon niet de persoon is die in het EAB wordt bedoeld, maar de rechtbank verwierp dit verweer. Er waren foto’s van de Spaanse politie en een biometrische match die bevestigden dat de opgeëiste persoon inderdaad degene is die door Spanje wordt gezocht.
De rechtbank concludeerde dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering. Het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, is verkrachting, wat op de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit in Spanje strafbaar is met een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, en dit werd uitgesproken door de voorzitter en de rechters in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.