ECLI:NL:RBAMS:2022:7587
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing WIA-uitkering op basis van vermoedens van gefingeerd dienstverband
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoekster, een Amsterdamse vrouw, had bezwaar gemaakt tegen de schorsing van haar WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV had haar uitkering per 1 oktober 2022 geschorst vanwege een onderzoek naar de rechtmatigheid van de aan haar toegekende uitkering, waarbij vermoedens bestonden dat haar dienstverband bij Dictum Services B.V. gefingeerd zou zijn.
De verzoekster had zich op 2 december 2019 ziekgemeld en op 9 september 2021 een WIA-uitkering aangevraagd, welke op 29 november 2021 was toegekend. Het UWV had echter een melding ontvangen van de FIOD, wat leidde tot het onderzoek naar haar dienstverband. Tijdens de zitting op 29 november 2022 heeft de gemachtigde van het UWV toegelicht dat er twijfels bestonden over de echtheid van het dienstverband, onder andere omdat verzoekster een hoog jaarinkomen had en geen Nederlands sprak.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende grondslag was voor het vermoeden van een gefingeerd dienstverband en dat het UWV terecht de schorsing van de uitkering had doorgevoerd. De verzoekster had niet voldoende bewijs geleverd om het vermoeden te weerleggen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, wat betekent dat de schorsing van de uitkering in stand blijft. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.