ECLI:NL:RBAMS:2022:7571

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
C/13/724131 / KG ZA 22-897
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over publicatie door vakbond CNV betreffende uitbuiting van Oekraïense arbeidsmigranten door uitzendbureau Janpol

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap Janpol SP. ZO.O., gevestigd in Polen, en de vakbond CNV Vakmensen. Janpol vorderde dat CNV zou worden verboden om uitlatingen te doen die de onderneming zouden beschuldigen van uitbuiting en slavernij van Oekraïense arbeidsmigranten. CNV had naar aanleiding van klachten van Oekraïense werknemers over hun arbeidsomstandigheden publiciteit gezocht, waarbij zij ernstige beschuldigingen uitte over de werkomstandigheden en contracten van deze werknemers. De rechtbank oordeelde dat CNV een gerechtvaardigd belang had om deze misstanden aan de kaak te stellen, en dat de publicaties niet onrechtmatig waren. De vorderingen van Janpol werden afgewezen, en Janpol werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte het belang van de vrijheid van meningsuiting van CNV, vooral in het kader van hun rol als vakbond.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/724131 / KG ZA 22-897 AB/LO
Vonnis in kort geding van 15 december 2022
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
JANPOL SP. ZO.O.,
gevestigd te Kurzętnik (Polen),
eiseres bij dagvaarding van 2 november 2022,
advocaat mr. Q.J.A. Meijnen te Amsterdam,
tegen
de vereniging
CNV VAKMENSEN.NL,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.J. Hoegee te Utrecht.
Partijen zullen hierna Janpol en CNV worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 1 december 2022 heeft Janpol de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. CNV heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van een vooraf ingestuurde conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Bij de zitting waren aanwezig:
aan de kant van Janpol: [naam 1] , directeur, en [naam 2] , tolk in de Poolse taal, met mr. Meijnen en mr. M. Lewandowski.
aan de kant van CNV: [naam 3] , bondsbestuurder, [naam 4] , medewerker,
mr. B. Meijer en mr. F. Werdmüller von Egg, beiden advocaat in dienst van CNV, met mr. Hoegee en mr. M.E. Stefels.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Janpol is een in Polen gevestigde onderneming. Volgens het uittreksel uit de Kamer van Koophandel is haar enige activiteit: ‘het ter beschikking stellen van arbeid’. Janpol detacheert sinds 2019 Oekraïense werknemers in de agrarische sector in Nederland.
2.2.
CNV is een vakbond die zich inzet voor zijn leden en voor het algemeen maatschappelijk belang.
2.3.
Via Otto Work Force, een internationaal arbeidsbemiddelingsbureau, heeft CNV een melding gekregen over een Oekraïense vrouw die klaagde over haar arbeidsomstandigheden. Samen met andere Oekraïners werkte zij via Janpol in kassen in het Westland. CNV kreeg daarbij vijf overeenkomsten tussen de vrouw en Janpol onder ogen; een opdrachtovereenkomst; een opdrachtovereenkomst 2022 t.b.v. werken in Nederland, een contract over vergoeding voor huisvesting en vervoer, een contract over administratiekosten en een reglement voor werknemers die naar Nederland reizen. Hieronder volgen enkele passages uit de verschillende overeenkomsten.
In de overeenkomst van opdracht staat:
In het reglement voor werknemers die naar Nederland reizen staat:
2.4.
CNV heeft bezoeken gebracht aan locaties waar de groep Oekraïense arbeiders was ondergebracht. De huisvesting en het vervoer van de arbeiders werden geregeld door [uitzendbureau] , ook een uitzendbureau. CNV heeft gesproken met de Oekraïense arbeiders en van hen het volgende begrepen: dat zij in Oekraïne tussen de € 200,- en € 400,- hadden moeten betalen om de gegevens van Janpol te krijgen, dat zij in Polen 1000 zloty contant hadden moeten betalen om naar Nederland te mogen, dat zij voor of na terugkomst in Polen enkele dagen gratis zouden hebben moeten werken (omdat 25 zloty per dag werd ingehouden voor huisvesting en 5 zloty per dag voor vervoer), dat zij pas op 20 juni hun eerste salaris zouden ontvangen, dat zij geen toegang hadden tot de door Janpol voor hen geopende bankrekening en dat zij geen geld meer hadden om eten te kopen.
2.5.
CNV heeft overlegd met [uitzendbureau] en [bedrijf] , waar de arbeiders werkten, met als doel om te komen tot rechtstreekse contracten tussen werkgever en werknemer en een direct voorschot van € 250,- per persoon.
2.6.
Op 31 mei 2022 heeft Janpol in reactie op correspondentie van CNV aan [uitzendbureau] en [bedrijf] , een brief aan CNV gestuurd, waarin zij – kort gezegd – stelde dat de verwijten van CNV ongegrond zijn en dat werknemers wellicht bepalingen in de contracten niet goed hebben begrepen. Janpol stelde voor om de contracten door te lichten, waar nodig aan te passen en goed aan de werknemers uit te leggen. Volgens Janpol konden werknemers die dit nodig hadden, zich melden bij de coördinator voor een voorschot.
2.7.
Omdat partijen niet tot een voor CNV bevredigende oplossing kwamen heeft zij besloten de publiciteit te zoeken. CNV heeft ervoor gezorgd dat drie betrokkenen in contact kwamen met RTL Nieuws.
2.8.
RTL Nieuws heeft op 2 juni 2022 een artikel gepubliceerd met als titel:
“Oekraïense arbeiders in Westland uitgebuit: ‘Verwerpelijk’.”
(…)
In een publicatie van RTL Nieuws van later die dag, met de titel:
“Bedrijf in Westland geschokt na beschuldiging uitbuiting Oekraïners”staat onder meer het volgende.
(…)
2.9.
Ook verschillende kranten hebben over dit nieuws bericht. In de Volkskrant stond een artikel met als kop:
“Vakbond ziet uitbuiting van Oekraïense arbeiders in Westland: ‘Immoreel en verwerpelijk’”.Het Algemeen Dagblad heeft een artikel gepubliceerd met de volgende kop:
“CNV: ‘Grof misbruik’ gemaakt van Oekraïense werknemers in kassen ‘zelfs met deportatie bedreigd’”. Daarin staat onder meer het volgende:
“Het werk zelf is niet het probleem, maar de contracten stuiten op felle kritiek. “In het contract staat onder meer dat werknemers ondanks de oorlog bij een overtreding kunnen worden gedeporteerd naar Oekraïne. Dit is pure slavernij.”
2.10.
CNV heeft later die dag een artikel op haar website gepubliceerd met daarin onder meer het volgende. Op haar Twitterpagina heeft CNV een link naar het artikel gepubliceerd, met daarbij de hashtag
#uitbuiting.
2.11.
Op 19 juni 2022 heeft CNV (potentiële) opdrachtgevers van Janpol een
e-mail gestuurd met daarin onder meer het volgende:
“(…)
De afgelopen weken zijn wij in het nieuws geweest met de wurgcontracten van Janpol die Oekraïense mensen moesten tekenen voordat ze naar Nederland mochten via Janpol.
Wij hebben vernomen dat jullie ook met Janpol zouden hebben samengewerkt en of nog werken.
Graag gaan wij met jullie in overleg of dit signaal juist is, en zo ja, hoe verder. Deze constructie (A1) en zeker met deze contracten deugt niet (…) Als jullie inderdaad gebruik hebben gemaakt van dit construct kunnen we naar een oplossing kijken. Voor ons is belangrijk dat mensen niet meer werken o.b.v. deze wurgcontracten en wij willen het netwerk verder bloot leggen.
Mocht nu nooit met dit construct gewerkt hebben dan horen wij het ook graag omdat we u dan van de lijst kunnen schrappen.
(…)”
2.12.
Na de eerste publicaties zijn Kamervragen gesteld en heeft de Arbeidsinspectie laten weten dat een onderzoek is gestart. Dit onderzoek is nog niet afgerond.
2.13.
[bedrijf] heeft inmiddels de samenwerking met Janpol beëindigd en leent de Oekraïense werknemers nu in via andere uitzendbureaus.

3.Het geschil

3.1.
Janpol vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. CNV te verbieden uitlatingen in de openbaarheid te brengen:
a. waarbij de aanduiding ‘slavernij’, ‘uitbuiting van werknemers’, ‘illegale situaties’, ‘grof misbruik van werknemers’, ‘humanitaire noodsituatie’, ‘het dreigen met deportatie van Oekraïense werknemers naar Oekraïne bij overtreding van regels van Janpol’ en/of ‘foute uitzendconstructies’ wordt gebruikt in combinatie met Janpol;
b. die de strekking hebben Janpol te beschuldigen van de onder a genoemde termen;
c. die de strekking hebben Janpol te beschuldigen van het plegen van misdrijven en/of het veroorzaken van illegale situaties voor zover er geen onherroepelijke rechterlijke uitspraak is waarin Janpol is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf of overtreding;
d. die smadelijk, lasterlijk of beledigend zijn voor Janpol en CNV te gebieden om die uitingen te verwijderen en verwijderd te houden;
II. CNV te bevelen om het artikel van 2 juni 2022 te verwijderen van haar website en haar social media accounts, alsmede zoekmachines aan te schrijven met het verzoek om het artikel van 2 juni 2022 te verwijderen uit hun zoekresultaten;
III. CNV te bevelen een rectificatie te plaatsen op haar website en op Twitter met de in de dagvaarding genoemde tekst en vormgeving;
IV. CNV te bevelen alle ontvangers van het onder 3.28 in de dagvaarding genoemde e-mailbericht (aan (potentiële) opdrachtgevers van Janpol) een e-mail met een rectificatie te sturen;
V. alles op straffe van dwangsommen;
VI. CNV te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Janpol heeft ter toelichting gesteld dat CNV onrechtmatig heeft gehandeld door haar te beschuldigen van strafbare feiten (slavernij en uitbuiting). Janpol voldoet aan alle arbeidsrechtelijke regels en heeft een SNA-certificaat. Zij lijdt schade door de publicaties van CNV, doordat opdrachtgevers niet meer met haar willen werken.
3.3.
CNV betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens Janpol.
CNV heeft onderzoek gedaan naar de situatie van de Oekraïners die via Janpol in Nederland werkten en is daarbij gestuit op misstanden, die zij kwalificeert als een ‘humanitaire noodtoestand’. CNV heeft geprobeerd dit met Janpol en de bedrijven waar de Oekraïners werkzaam waren op te lossen. Toen dat niet lukte heeft zij de publiciteit gezocht. Overigens heeft RTL Nieuws als eerste gepubliceerd, en andere media hebben dat overgenomen. Eventuele schade die Janpol stelt te lijden is dan ook niet veroorzaakt door de publicatie van CNV. Verder schrijft Janpol CNV ten onrechte het gebruik van allerlei termen toe, die afkomstig zijn van verschillende media. CNV heeft die termen, zoals bijvoorbeeld slavernij en uitbuiting niet in de mond genomen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Toewijzing van de vorderingen van Janpol, waaronder een rectificatie, zou betekenen dat het grondrecht van CNV op vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in artikel 10 lid 1 van het EVRM, wordt beperkt. Omdat CNV een vakbond is, moet artikel 10 EVRM worden gelezen in het licht van artikel 11 EVRM (vrijheid van vergadering en vereniging). Beperking kan alleen als dat bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld om de goede naam en de rechten van anderen te beschermen (artikel 10 lid 2 en 11 lid 2 EVRM). Zo’n beperking die bij wet is voorzien doet zich voor als een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.
4.2.
Voor het antwoord op de vraag of de publicatie onrechtmatig is, moeten de wederzijdse belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van CNV is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden. Het belang van Janpol is dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan ongewenste publiciteit die haar eer en goede naam beschadigt. Bij deze belangenafweging komen alle omstandigheden van het geval aan bod.
4.3.
Belangrijke factoren daarbij zijn de aard van de gepubliceerde verdenkingen, de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die de publicatie aan de kaak beoogt te stellen, de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenkingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal en de inhoud, vorm en de gevolgen van de publicatie.
4.4.
CNV zet zich als vakbond in voor correcte arbeidsomstandigheden. Via een meldpunt en een internationaal uitzendbureau heeft CNV een melding ontvangen over slechte arbeidsomstandigheden voor Oekraïners die in de glastuinbouw werken. Naar aanleiding daarvan heeft zij een onderzoek ingesteld. CNV heeft met een aantal van deze werknemers gesproken, heeft hun contracten ingezien en geconcludeerd dat sprake was van misstanden en van een humanitaire noodsituatie. De verklaringen van de personen die met CNV hebben gesproken en de overeenkomsten tussen Janpol en deze werknemers geven inderdaad reden tot zorg. Zo staan er allerlei boeteclausules in, zelfs tot 20%, mogen de werknemers geen contact hebben met de Nederlandse werkgever, en wordt gedreigd met ‘deportatie naar Polen of Oekraïne’ bij niet naleving van de regels. Daarbij heeft een aantal van hen tegenover CNV verklaard dat salaris werd ingehouden voor huisvesting en vervoer, dat zij geen geld hadden om eten te kopen en dat zij niet bij de voor hen geopende bankrekening konden. Ook konden zij niet terug naar Polen wanneer zij dat zouden willen, omdat Janpol bepaalde wanneer de terugreis zou plaatsvinden.
4.5.
Gelet op deze verklaringen van Oekraïense werknemers en een aantal bedenkelijke bepalingen in de overeenkomsten, vond de verdenking dat sprake was van misstanden ten tijde van de publicatie voldoende steun in het toen beschikbare feitenmateriaal. Het gaat dus niet om lichtvaardige verdachtmakingen.
CNV had dan ook een gerechtvaardigd belang om deze situatie aan de kaak te stellen. Daarbij moet de vrijheid van meningsuiting van CNV zoals gezegd worden bezien in het licht van de vakbondsvrijheid van artikel 11 EVRM. Een vakbond kan immers niet goed functioneren zonder voldoende ruimte om zijn eisen of ideeën te uiten.
4.6.
Janpol heeft het bestaan van misstanden ontkend. Zij voert aan dat zij aan alle regels voldoet en een SNA-certificaat heeft. Het verbod om zich te richten tot de Nederlandse werkgever was bedoeld om te voorkomen dat die werd overstelpt met vragen waar alleen de coördinator van Janpol het antwoord op wist. Janpol geeft als verklaring voor de deportatie-clausule dat zij arbeidsmigranten wil waarschuwen dat zij door de IND het land uit gezet kunnen worden als zij niet binnen 90 dagen vertrekken. Janpol wil dat juist voorkomen.
4.7.
Dat neemt echter niet weg dat op contact met de Nederlandse werkgever meteen een forse boete werd gesteld en dat de IND of andere autoriteiten in de overeenkomsten niet voorkomen. Bovendien wordt het woord ‘deportatie’ behalve bij de bepaling over de 90 dagen, die door Janpol kennelijk was bedoeld als waarschuwing voor de regels van de IND, ook genoemd als sanctie op niet naleving van het woon- en verblijfsreglement. Het is dan ook goed voorstelbaar dat de werknemers deze bepaling niet hebben opgevat als waarschuwing, maar eerder als dreigement.
4.8.
CNV heeft een artikel gepubliceerd op haar website. In een
tweetheeft zij een link naar dat artikel geplaatst, met daarbij de hashtag
#uitbuiting.
In het artikel maakt CNV melding van de dreiging met boetes en deportatie, die letterlijk in de overeenkomsten staan vermeld, en van haar gesprekken met Oekraïense werknemers, waarbij de beerput open zou zijn gegaan, en geeft daaraan de kwalificatie ‘humanitaire noodsituatie’ en ‘volstrekt immoreel en verwerpelijk’. Ook de kwalificatie ‘uitbuiting’ komt via de hashtag voor rekening van CNV, ofschoon zij stelt die niet direct te hebben gebruikt in combinatie met Janpol.
Over ‘slavernij’ heeft CNV het niet gehad. Dit is kennelijk verkeerd geciteerd door nieuwsmedia, maar dat kan CNV niet worden aangerekend. Verder heeft CNV
e-mails gestuurd aan (potentiële) opdrachtgevers van Janpol, waarin zij spreekt over ‘wurgcontracten’.
4.9.
Deze kwalificaties zijn zwaar aangezet, maar niet onnodig grievend of beledigend. CNV is als vakbond geen onafhankelijke organisatie, maar zet zich in voor de belangen van werknemers. In die positie staat het haar vrij zaken te chargeren, als uitgangspunt voor de onderhandeling met de werkgever en om aandacht te krijgen voor haar zaak. CNV heeft eerst geprobeerd met Janpol zelf tot een oplossing te komen. Zij wilde tot een voorschot en een rechtstreeks contract komen. Janpol heeft daarop laten weten dat zij aan alle regels voldoet en dat arbeidsmigranten die zich zouden melden een voorschot zouden krijgen. Dit was voor CNV niet genoeg, omdat de Oekraïners vanwege de boetebepalingen bang waren zich te melden en die boetebepalingen daarmee bovendien niet van tafel waren. CNV handelde onder die omstandigheden niet onrechtmatig door vervolgens de publiciteit te zoeken en zich daarbij ook te richten tot (potentiële) opdrachtgevers van Janpol.
4.10.
De conclusie is dan ook dat het belang van CNV hier boven het belang van Janpol op bescherming van haar eer en goede naam gaat. De publicaties zijn dus niet onrechtmatig en de vorderingen zullen worden afgewezen.
4.11.
Janpol zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van CNV worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Janpol in de proceskosten, aan de zijde van CNV tot op heden begroot op € 1.692,00,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2022. [1]

Voetnoten

1.type: LO