1.2.In de periode na de indiensttreding van [verweerder] hebben zich drie vrouwelijke medewerkers van RCE gemeld bij de vertrouwenspersoon. De meldingen zagen op het gedrag van [verweerder] en hielden, verkort weergegeven, het volgende in:
Melding 1:
“verklaring *Anoniem*
Amstelveen, 19 September 2022
“In mei startte [verweerder] , voor mij een directe collega van een andere afdeling. In mijn eerste ontmoeting met hem vertelde hij dat hij jong van geest is en daardoor vaak “jongere” vriendinnen heeft. Met jonger doelde hij op vrouwen die veel jonger waren dan hijzelf. Hij vertelde over zijn exen en de daarbij behorende leeftijd. Hij vertelde toen ook over het uiterlijk van zijn exen dat die allemaal erg knap zijn. Op een gegeven moment voelde ik mijzelf bijzonder ongemakkelijk bij het gesprek en heb ik het afgerond. (...)
Vanaf het moment van kennismaking t/m 20 mei maakte [verweerder] veel toespelingen. Hij wilde graag delen dat hij zijn huidige relatie niet stabiel vond en dat hij begon te twijfelen of het wel de juiste keuze is om bij haar te blijven. Heb hem aangegeven dat ik hem met die keuze niet kan helpen. Dat begreep hij ook, maar hij probeerde het gesprek zeker 3 a 4x per week toch weer op te starten. (...)
Op 20 mei vroeg [verweerder] of ik mee ging borrelen op kantoor. Ik vertelde hem dat ik met mijn team in de stad ging eten vanwege een afscheidsfeestje van een collega. Zonder daarop in te gaan vertelde hij dat hij eigenlijk uiteten zou gaan maar nu toch maar vroeg naar bed ging omdat zijn relatie zojuist via whatsapp was beëindigd. (...) Hij vervolgde het gesprek voordat ik het kantoor uit was en zei; “Het was alleen maar houden van, geen liefde, geen seksuele aantrekkingskracht” Ik voelde me weer erg ongemakkelijk (...)
Er ging een weekend overheen en de maandag daarop was ik al op kantoor toen hij binnenkwam lopen. Op dat moment waren er nog geen andere collega’s op de benedenverdieping aan het werk. Hij stopte bij mijn kantoor en ik keek op, zei goedemorgen en ging door met mijn werk om enige communicatie te ontwijken. Ik wilde namelijk niet weer geconfronteerd worden met zijn
persoonlijkeintieme verhalen. Hij liep echter mijn kantoor binnen en vroeg mij hoe mijn weekend was geweest. Ik beantwoorde erg staccato met “goed, erg gezellig!” en zonder wedervraag vertelde hij dat hij het afgelopen weekend een tinder date had gehad. Hij vertelde uitgebreid over de diepe klik die ze hadden. En vertelde toen dat hij valt op onbereikbare vrouwen. Ook nu herhaalde hij dat hij jong van geest is en daardoor op jongere vrouwen valt. (...)
De weken daarop kwam hij vaak voor en na de reguliere werktijden op kantoor en deelde verschillende verhalen over zijn verschillende tinder dates. Hij had met meerdere vrouwen contact en allen in een leeftijdscategorie van halverwege 20 tot begin 30. Ik vond het een onprofessionele houding en door zijn verhalen gaf hij mij steeds meer een unheimisch gevoel. Dit werkt versterkt toen hij ook deelde dat de seks met zijn date heel fijn was, zeker in vergelijking met zijn ex, daar was namelijk de seks niet goed van. (...)
Ik merkte aan mijzelf dat hij mij een heel onprettig gevoel gaf en daardoor beëindigde ik niet werk gerelateerde gesprekken ook snel af of gaf ik aan dat ik “door” moest. Deze verbale en non verbale signalen werden niet door hem geïnterpreteerd. Want ongevraagd liet hij ook foto’s of filmpjes van zijn jonge tinder dates zien.”
Melding 2:
“
Verklaring 1
In mijn eerste kennismaking op het werk bij RCE met [verweerder] ging het gesprek direct over zijn relatie welke net over was. De week erna had ik een 2e gesprek met hem en daarin liet hij bij aanvang van het gesprek weten het weekend op date te zijn geweest met een Tinder match (jonge meid). (...) Ik vond dit best een bijzondere situatie en natuurlijk heel vreemd dat een net nieuw begonnen manager deze informatie ongevraagd deelt met een collega.
Gedurende de eerste weken van [verweerder] bij RCE gebeurde het steeds vaker dat hij liet vallen dat hij weer een knappe jonge seksdate had in de leeftijd van 25/26 jaar, dit vertelde hij altijd erbij en maakte het allemaal heel awkward. Soms trok hij ook gelijk zijn telefoon om ongevraagd een foto van het meisje te laten zien. (...)
Als je ‘s morgens vroeg op kantoor was kwam hij vaak even een praatje maken en dan begon hij meteen weer over zijn nieuwste jonge verovering. (....)
Naast mezelf begon het mijn collega’s ook op te vallen dat [verweerder] ons regelmatig met zijn (jonge) dates lastig valt. Het leidde ook steeds meer tot een ongemakkelijke sfeer. Het is toch niet normaal dat een man in deze functie met in zijn team 2/3 jonge meiden dit soort opmerkingen maakt.
Ik ben zijn doelgroep (45+) niet. Maar zelfs ik had steeds meer behoefte aan een open deur tijdens een 1 op 1 overleg omdat ik niet geconfronteerd wilde worden met dit soort verhalen. Het voelde bijzonder onprettig met [verweerder] .”
Melding 3:
“Bij nader in zien heb ik toch besloten mijn gevoel te willen uitspreken betreft de werksituatie rondom [verweerder] . Hier heb ik over getwijfeld omdat er geen fysieke dingen gebeurd zijn, dat wil ik vooropstellen, maar er is wel door zijn houding een groeiend ongemakkelijk gevoel en niet fijne werksituatie ontstaan waarbij ik merkte dat ik mijzelf anders ben gaan gedragen. (...)
Het ongemak begon al vrij snel nadat [verweerder] in dienst was getreden doordat hij te pas en te onpas over zijn date leven aan het praten was. Ieder gesprek werd voor mijn gevoel naar dit onderwerp getrokken. (...) Wat hier ook meespeelde is dat de personen met wie hij de dates had allemaal een heel stuk jonger waren, namelijk in dezelfde levenscategorie als ikzelf. (...)
Naast het praten over daten werden er ook ongepaste opmerkingen maken met betrekking tot vrouwen. Bijvoorbeeld wanneer ik sprak over een vergadering die eerder had plaatsgevonden met een groep dames en hij daar vervolgens op reageerde met ‘oh ik ben wel benieuwd hoe dat gaat een meeting met alleen vrouwen’. (...)
Aanvankelijk dacht ik ook als ik dit zoveel mogelijk negeer valt er wel mee te werken. Echter merkte ik naar verloop van tijd wel een verandering in mijn gedrag. Als persoon ben ik heel nuchter en niet zo snel van mijn stuk te brengen. Het verbaasde mij dan ook aan mijzelf dat ik naar verloop van tijd mijzelf minder op mijn gemak ging voelen rondom de aanwezigheid van [verweerder] . Voor uiteenlopende uitvragen van werkzaamheden en projecten kwam hij altijd vlak achter of naast mijn bureau staan, net iets te dicht in mijn ‘aura’ voor mijn gevoel. (...) Op den duur probeerde ik tijdens vergaderingen ook altijd aan de andere kant van [verweerder] te zitten of zo ver mogelijk van hem vandaan. (...) Waar ik mijzelf erg over verbaasde is dat ik op een gegeven moment ook bewuster naar mijn kleding keuze ging kijken, voornamelijk op de dagen dat ik wist dat er weinig mensen op kantoor waren en ik dus vrijwel alleen met [verweerder] aanwezig was. (...)
In retrospectief kan ik wel stellen dat ik mij tijdens de korte samenwerking met [verweerder] niet fijn heb gevoeld en een constante onbewuste druk heb ervaren van ongemakkelijke gevoelens en een constant bewustzijn van in de gaten houden of mijn kleding nog allemaal netjes zat. (...)”