Op 25 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Rosenheim in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 12 augustus 2022. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting op 11 oktober 2022, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J.H. Kortz, en de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, een feit dat op de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet staat. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen grond is om de overlevering te weigeren, ondanks het onschuldverweer van de opgeëiste persoon, dat niet kon worden aangetoond tijdens de zitting.
De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de Hoofdofficier van Justitie van Arrondissementsparket Beieren is gegeven, dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan indien hij wordt veroordeeld. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom heeft de rechtbank de overlevering toegestaan.