Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- mr. W.J.M. van Andel, curator,
- mr. E.L. Zetteler, curator,
- de heer [naam 1] , actuaris van [gefailleerde] ,
- mr. J.H. van der Weide, advocaat,
- mevrouw drs. [naam 2] , afdelingshoofd Divisie Toezicht Verzekeraars, Afdeling Leven- en Uitvaartverzekeraars,
- de heer dr. [naam 3] , Toezichthouder – Specialist Divisie Toezicht Verzekeraars, Expertisecentrum Kapitaal & Actuariaat,
- mevrouw mr. [naam 4] , Senior Jurist Divisie Juridische Zaken, Afdeling Toezicht Advies,
- mr. A.E. de Vos,
- mr. W.M. de Vries.
2.Het verzoek
productgroepenvan verzekerden van wie de voorwaarden worden gewijzigd – zijnde de diverse soorten verzekeringen, zoals uitvaartverzekeringen, levensverzekeringen, enzovoorts – afgezet tegen het alternatief, liquidatie van alle activa, een aanzienlijk beter resultaat oplevert. Weliswaar zal niet iedere
individueleverzekerde er door de contractoverneming op vooruit gaan, maar iedere betrokken productgroep is door de contractoverneming beter af dan bij liquidatie, en voor de individuele verzekerden geldt dat 85% beter af is. Curatoren menen dan ook dat zij het voor de verzekerden onder de gegeven omstandigheden (te weten: het faillissement van [gefailleerde] ) maximaal haalbare resultaat hebben kunnen realiseren.
3.De inbreng van DNB
4.Het advies van de rechters-commissarissen
5.Beoordeling
allepolishouders in geval van overdracht van de portefeuille aan Phoenix N.V. erop vooruit gaan, in vergelijking met liquidatie. Dat is niet mogelijk gebleken. Dit wordt onder meer veroorzaakt door het Besluit waardering verzekeringsvorderingen in faillissement van 1 augustus 2019. Dit Besluit brengt mee dat bij liquidatie voor verschillende productgroepen de waarde van de aanspraak op de boedel wordt berekend op basis van verschillende uitgangspunten voor wat betreft peildatum en rentetermijnstructuur. De sinds faillissementsdatum gestegen rente leidt daardoor tot uiteenlopende waarderingen in geval van liquidatie. Dit zou gecorrigeerd kunnen worden door voor elke polishouder een individuele berekening te maken, maar dat is door het grote aantal polishouders (circa 65.000) onuitvoerbaar. Daarbij speelt ook nog het probleem dat voor sommige aanspraken de peildatum bij liquidatie nog niet vaststaat, omdat daarvoor de verklaring van niet-nakoming van curatoren nodig is die – juist met het oog op de overdracht van de portefeuille aan Phoenix N.V. – nog niet gegeven is. Bovendien zouden polishouders dan ongelijk behandeld worden, omdat de kortingspercentages dan per geval zouden verschillen, hetgeen in strijd is met het uitgangspunt van het insolventierecht, namelijk dat schuldeisers gelijk behandeld moeten worden. Dit alles maakt dat voor de rechtbank voldoende is komen vast te staan dat in dit specifieke geval een wijzigingssystematiek waarbij alle polishouders erop vooruitgaan niet realiseerbaar is.