In deze uitspraak van 7 december 2022 beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiser, die zich op 4 december 2019 ziekmeldde, had op 24 september 2021 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het UWV concludeerde op basis van medisch en arbeidskundig onderzoek dat eiser op 18 december 2021 voor 34,57% arbeidsongeschikt was, en weigerde daarom de uitkering. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zijn beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) zwaar waren onderschat.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft besloten dat eiser niet in aanmerking komt voor de WIA-uitkering. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de VABB de medische belastbaarheid van eiser op een overtuigende manier heeft gemotiveerd. Eiser heeft zijn standpunt niet met medische informatie onderbouwd, waardoor de rechtbank geen reden ziet om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en zijn verzoek om schadevergoeding niet wordt ingewilligd.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak voor eiser om zijn standpunt met concrete medische gegevens te onderbouwen. De rechtbank wijst erop dat het aan eiser is om in beroep specifiek aan te geven waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit, en dat de verwijzing naar eerdere bezwaren niet voldoende is om de beslissing van het UWV te betwisten.