Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Inleiding
4.Beoordeling
‘houdbaarheid- en conserveringsopmerkingen’is aangetekend dat de resultaten in het betreffende analyserapport mogelijk zijn beïnvloed door een geconstateerde afwijking van een door [naam laboratorium] gehanteerde richtlijn met betrekking tot conserveringsmethoden en -termijnen. Nu deze opmerking door de rechtbank ook niet nader kan worden geduid, is het onduidelijk of de monsters conform de vergunningseisen zijn geconserveerd. Voor de parameter DCM geldt daarnaast dat niet kan worden vastgesteld of de monsteranalyse heeft plaatsgevonden volgens de in de vergunning voorgeschreven methode, nu [naam laboratorium] blijkens de analysecertificaten bij de analyse van de ingezonden monsters op de parameter DCM gebruik heeft gemaakt van een ‘eigen methode’. Het is niet bekend of deze methode voldoet aan de in de vergunning voorgeschreven NEN-norm. De door het openbaar ministerie ingebrachte e-mailwisseling tussen Rijkswaterstaat en [naam laboratorium] brengt geen opheldering, nu daaruit enkel volgt dat [naam laboratorium] na een audit de aan de vermelding ‘eigen methode’ voorheen toegevoegde woorden ‘gebaseerd op …’ niet langer mag gebruiken. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de door [naam laboratorium] toegepaste ‘eigen methode’ gelijk(waardig) is aan de in de vergunning voorgeschreven methode.