Op 29 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Aachen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 27 september 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1985, heeft de Nederlandse nationaliteit en is in Nederland ingeschreven. Tijdens de openbare zitting op 15 november 2022 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en verklaarde hij dat de personalia correct waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen beletselen zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft ook de garantie van de Leidinggevende Hoofdofficier van Justitie te Aken in aanmerking genomen, die waarborgt dat de opgeëiste persoon in Nederland zijn straf zal ondergaan indien hij in Duitsland wordt veroordeeld. De rechtbank heeft het verzoek om schorsing van de overleveringsdetentie afgewezen, omdat er geen strijd was met artikel 6 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, aangezien er geen weigeringsgronden zijn en het EAB aan de wettelijke eisen voldoet. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.