Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- een poging tot diefstal uit een auto (zaak A) op 12 juli 2021,
- diefstal uit een auto met braak samen met een ander op 3 mei 2021 (zaak B, feit 1),
- samen met een ander pinnen met een uit deze laatste auto gestolen pinpas op 3 mei 2021 (zaak B, feit 2),
- belediging van een opsporingsambtenaar op 13 november 2021 (zaak C, feit 1) en
- bedreiging van diezelfde opsporingsambtenaar op 13 november 2021 (zaak C, feit 2).
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
door die [verbalisant 1] en [verbalisant 3] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik neuk zijn kanker moeder” en “Ik wacht hem wel op na werk en sla hem zijn kanker moeder” en “Zijn dochter is een kanker hoer”, “ik bal zijn kanker dochter en moeder” en “Wacht maar, als hij mijn jas niet betaalt dan sla ik hem zijn kanker moeder”.
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 868,07, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 mei 2021, zijnde het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Dit bedrag bestaat uit de volgende schadeposten:
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordelingen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
poging tot diefstal;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
bedreiging met verkrachting en met zware mishandeling.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
8 (acht) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jaarvast.
benadeelde partij [aangever]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 868,07(achthonderdachtenzestig euro en zeven cent) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontstaan van de schade op 3 mei 2021.
gijzelingworden toegepast voor de duur van
17 (zeventien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
TUL 96/081780-20
1 (één) week.
TUL 13/689041-19
TUL 13/229808-20