Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court of Toruń(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgement of the Regional Court in Toruń(Polen) van 16 september 2016 (referentie: II K 165/15), bevestigd door
the Appellate Court in Gdańsk(Polen) op 13 september 2017 (referentie: II AKa 147/17).
4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
- een afschrift van de Basisregistratie Personen (BRP) waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon sinds 5 maart 2009 op adressen in Nederland staat ingeschreven;
- een uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van een eenmanszaak van de opgeëiste persoon met als startdatum 10 februari 2011;
- een uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van een eenmanszaak van de opgeëiste persoon met als startdatum 1 juni 2016;
- verklaringen van geregistreerd inkomen van de Belastingdienst over de jaren 2017, 2019 en 2020;
- door een administratiekantoor opgestelde fiscale rapporten met betrekking tot de inkomstenbelasting over de jaren 2019 en 2020, waarin eveneens melding wordt gemaakt van het belastbaar inkomen van de opgeëiste persoon over de jaren 2017 en 2018;
- de winst- en verliesrekening van de eenmanszaak van de opgeëiste persoon over 2021;
- salarisspecificaties van de partner van de opgeëiste persoon over een aantal maanden van 2022.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Toruń(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.