ECLI:NL:RBAMS:2022:7299

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
13/159770-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Parket van de Procureur des Konings Limburg in België. De vordering tot behandeling van het EAB was ingediend door de officier van justitie op 30 juni 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Spanje in 1979, was niet verschenen tijdens de zitting, maar zijn raadsvrouw, mr. K.C. van de Wijngaart, was aanwezig en had de machtiging om namens hem te spreken.

Tijdens de zitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Spaanse nationaliteit had. De rechtbank ontving op 8 september 2022 een e-mail van het Parket van de procureur des Konings Limburg, waarin werd gemeld dat de opgeëiste persoon zich op 7 september 2022 had gemeld bij de gevangenis in Hasselt, België, en dat het EAB werd ingetrokken. De officier van justitie heeft vervolgens verzocht om niet-ontvankelijkheid in haar vordering tot behandeling van het EAB.

De rechtbank heeft het standpunt van de officier van justitie gevolgd en verklaarde haar niet-ontvankelijk in de vordering tot behandeling van het EAB. Tevens werd het geschorste bevel tot overleveringsdetentie opgeheven. De uitspraak werd gedaan door mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter, en mrs. M.C.M. Hamer en C.M. Delstra, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. V.D. Reinders. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/159770-22
RK nummer: 22/3364
Datum uitspraak: 8 september 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 30 juni 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 29 januari 2022 door het Parket van de Procureur des Konings Limburg (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Spanje) op [geboortedag] 1979,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 8 september 2022. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is niet verschenen. Zijn raadsvrouw, mr. K.C. van de Wijngaart, advocaat te Rotterdam, is ter zitting verschenen en heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd namens de opgeëiste persoon het woord te voeren.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Spaanse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De rechtbank heeft kennis genomen van een e-mail van 8 september 2022 van het Parket van de procureur des Konings Limburg (België), met daarin het bericht dat de opgeëiste persoon zich op 7 september 2022 zelf heeft gemeld bij de gevangenis in Hasselt (België) en dat het EAB wordt ingetrokken. De officier van justitie heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.

5.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie
NIET-ONTVANKELIJKin de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB van 29 januari 2022.
HEFT OPhet geschorste bevel tot overleveringsdetentie.
Aldus gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en C.M. Delstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Reinders, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 8 september 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.