Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking verlenging ondertoezichtstelling
de GI,
,
[de moeder] , hierna te noemen de moeder,
[de vader] , is de vader,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De beoordeling
De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 24 september 2020 en liep tot 5 oktober 2022. De Gecertificeerde Instelling, het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling met een jaar, omdat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds gemonitord moet worden. De moeder van de kinderen heeft ingestemd met de verlenging, en er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de situatie van de kinderen en de moeder. Er zijn positieve stappen gezet door de moeder en de hulpverlening voor de kinderen is gestart. De kinderrechter heeft vastgesteld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 5 oktober 2022 tot 5 oktober 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De kinderrechter heeft ook de doelen benoemd die moeten worden bereikt voor de ontwikkeling van de minderjarigen, waaronder het waarborgen van een veilige en voorspelbare omgeving, ondersteuning bij leerachterstanden en het bieden van hulp bij trauma's. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.