ECLI:NL:RBAMS:2022:7162

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
C/13/721394 / JE RK 22-568
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinsbegeleiding en ontwikkeling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 24 september 2020 en liep tot 5 oktober 2022. De Gecertificeerde Instelling, het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling met een jaar, omdat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds gemonitord moet worden. De moeder van de kinderen heeft ingestemd met de verlenging, en er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de situatie van de kinderen en de moeder. Er zijn positieve stappen gezet door de moeder en de hulpverlening voor de kinderen is gestart. De kinderrechter heeft vastgesteld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 5 oktober 2022 tot 5 oktober 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De kinderrechter heeft ook de doelen benoemd die moeten worden bereikt voor de ontwikkeling van de minderjarigen, waaronder het waarborgen van een veilige en voorspelbare omgeving, ondersteuning bij leerachterstanden en het bieden van hulp bij trauma's. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Amsterdam
Zaakgegevens : C/13/721394 / JE RK 22-568
datum uitspraak: 22 september 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de Gecertificeerde Instelling het LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING & RECLASSERING,
gevestigd te Alkmaar, hierna te noemen
de GI,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 1]
,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 2] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2012 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 3] ,
gezamenlijk ook te noemen de minderjarigen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats 1]
en
de minderjarige [minderjarige 1] .

[de vader] , is de vader,

wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 24 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 11 augustus 2022;
- het bericht van de Raad van 24 augustus 2022 waarbij de Raad instemt met het voorgenomen besluit om de machtiging uithuisplaatsing van de minderjarigen te beëindigen;
- het email bericht van de GI van 31 augustus 2022, waarbij het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing wordt ingetrokken;
- een emailbericht ingediend namens de moeder van 20 september 2022, waarbij wordt gemeld dat de moeder kan instemmen met een verlenging van de ondertoezichtstelling en dat noch de moeder noch haar advocaat op de mondelinge behandeling zullen verschijnen;
- een bericht namens de GI, inhoudende dat de GI, gelet op het standpunt van de moeder, ook afziet van een mondelinge behandeling.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wordt uitgeoefend door de moeder.
Bij beschikking van 24 september 2020 zijn [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht gesteld tot 5 oktober 2022.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] te verlengen met een jaar.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken komt naar voren dat nog steeds is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De moeder heeft positieve stappen gezet en de hulpverlening voor de kinderen is gestart. Gelet op alles wat er is gebeurd in het leven van de moeder en de kinderen is het belangrijk dat de ontwikkelingen nog worden gemonitord door de GI. Binnen de ondertoezichtstelling kan de moeder de noodzakelijke hulp -blijven- krijgen en kan haar de handvatten worden aangereikt die nodig zijn om de situatie voor de kinderen blijvend stabiel en veilig te laten zijn, zodat zij zich positief kunnen doorontwikkelen.
Op dit moment zijn de doelen om de bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige 1] weg te nemen waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:
- [minderjarige 1] mag kind zijn en zich bezighouden met kindgerelateerde zaken;
- [minderjarige 1] gaat naar school, er komt inzicht in de opgelopen leerachterstand en de schoolgang wordt gecontinueerd;
- [minderjarige 1] heeft een gezond gewicht en een gezonde leefstijl;
- [minderjarige 1] krijgt ondersteuning bij de trauma’s die bij hem zijn vastgesteld.
Op dit moment zijn de doelen om de bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige 2] weg te nemen waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:
- [minderjarige 2] kan zelfstandig spelen en kan begeleiding benaderen wanneer zij hulp nodig heeft;
- [minderjarige 2] heeft een voorspelbare en veilige omgang met haar moeder;
- [minderjarige 2] wordt vanwege haar ontwikkelingsachterstand voorbereid op het basisonderwijs;
- [minderjarige 2] krijgt ondersteuning bij de trauma’s die bij haar zijn vastgesteld.
Op dit moment zijn de doelen om de bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige 3] weg te nemen waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:
- [minderjarige 3] mag kind zijn en zich bezighouden met kindgerelateerde zaken;
- [minderjarige 3] heeft een voorspelbare en veilige omgang met haar moeder;
- [minderjarige 3] gaat naar school, er kom inzicht in de opgelopen leerachterstand en de schoolgang wordt gecontinueerd;
- [minderjarige 3] krijgt ondersteuning bij de trauma’s die bij haar zijn vastgesteld.
De kinderrechter zal gelet op het vorenstaande de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt -aansluitend- de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] met ingang van 5 oktober 2022 tot 5 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.A. Nijssen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J. van Saase-Zaagman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam