ECLI:NL:RBAMS:2022:7161
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van voorhanden hebben wapens en aanwezig hebben verdovende middelen
Op 8 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van wapens en het aanwezig hebben van verdovende middelen. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting, waarbij de officier van justitie, mr. G.M. Kolman, en de raadsvrouw van de verdachte, mr. A.A. Ubbergen, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van een aanvalsgeweer van het merk Zastava en het aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden MDMA en cocaïne.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastegelegde feiten. Dit was gebaseerd op het feit dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk de wapens in zijn bezit had of op de hoogte was van de verdovende middelen die in zijn woning waren aangetroffen. De verdediging heeft zich aangesloten bij dit standpunt, waarbij werd benadrukt dat de verdachte niet aanwezig was in zijn woning op het moment dat de wapens en verdovende middelen werden aangetroffen.
De rechtbank heeft, na het horen van de argumenten van zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging, geoordeeld dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden verklaard. De verdachte is vrijgesproken van alle beschuldigingen en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis is opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter en kinderrechter mr. I.M. Nusselder, en de rechters mrs. K. Oldekamp-Bakker en M.P.G. Rietbergen.