Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
Op 22 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1965 in Brazilië, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging, omdat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie spectrum stoornis. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende personen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat mr. A.S. Kamphuis, een psychiater en een begeleider.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er weliswaar sprake is van een zorgelijke situatie, maar dat er op dat moment onvoldoende aanwijzingen waren dat het gedrag van de betrokkene zou leiden tot ernstig nadeel. De psychiater en casemanager bevestigden dat het eerder beschreven ernstig nadeel niet meer aan de orde was, nu de betrokkene niet meer samenwoont met haar ex-partner en onderdak heeft gevonden bij een kennis. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er zorgen zijn over de maatschappelijke teloorgang van de betrokkene, dit op korte termijn niet leidt tot ernstig nadeel. Daarom werd het verzoek tot het verlenen van verplichte zorg afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 29 november 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.