Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
.
3.De beslissing
geboren te Aleppo op [geboortedatum 1] 2009;
geboren te Aleppo op [geboortedatum 2] 2012;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 november 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden met de Syrische nationaliteit. De vrouw had verzocht om de echtscheiding uit te spreken, omdat zij stelde dat het huwelijk duurzaam was ontwricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw noch in Syrië noch in Egypte rechtsgeldig van de man gescheiden is, en heeft daarom de echtscheiding alsnog uitgesproken. De vrouw had eerder in Egypte een vonnis verkregen, maar de rechtbank oordeelde dat dit vonnis niet rechtsgeldig was, omdat de man niet woonachtig was in Egypte en de verstoting in Syrië niet officieel was bekrachtigd.
De rechtbank heeft ook het verzoek van de vrouw om het gezag over de minderjarige kinderen alleen aan haar toe te kennen, toegewezen. De man was al tien jaar onvindbaar en had geen contact meer gehad met de vrouw of de kinderen. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van de kinderen was dat de vrouw alleen het gezag zou uitoefenen, gezien de omstandigheden. De rechtbank heeft de vrouw ook de hoofdverblijfplaats van de kinderen toegewezen, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het niet meer relevant was na de beslissing over het gezag.
De uitspraak is gedaan door mr. L. van der Heijden, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen de gestelde termijnen.