ECLI:NL:RBAMS:2022:7148
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot de ontvankelijkheid van het verzoek
Op 29 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De vrouw had op 3 mei 2022 een verzoekschrift ingediend tot echtscheiding, waarbij zij stelde dat het huwelijk duurzaam was ontwricht. De man heeft deze ontwrichting niet betwist. De partijen zijn op 1 september 2012 te Aleppo, Syrië, gehuwd, maar het huwelijk is niet geregistreerd in het BRP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw nog steeds gehuwd is met een andere man, wat betekent dat zij niet ontvankelijk kan worden verklaard in haar verzoek tot echtscheiding met de huidige man. Dit is in overeenstemming met artikel 1:33 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat men in Nederland maar met één persoon tegelijk gehuwd kan zijn.
De rechtbank heeft ook het verzoek van de vrouw om als enige huurder van de echtelijke woning te worden benoemd, afgewezen. Dit verzoek werd beschouwd als een nevenvoorziening in de echtscheidingsprocedure, en de vrouw werd ook hierin niet ontvankelijk verklaard. De beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. M. Overmars. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.