ECLI:NL:RBAMS:2022:7132

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
2 december 2022
Zaaknummer
724092 / FA RK 22-6510
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden in het kader van verplichte zorg

Op 7 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1994, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis, in langdurige remissie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling, maar dat hij op de juiste wijze was opgeroepen. De advocaat van betrokkene, mr. E.M. Fortuin, heeft het verzoek ingediend, maar de officier van justitie was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien betrokkene geen behandelbereidheid toont. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te stellen dat betrokkene zonder zorgmachtiging zijn medicatie zal staken, wat nadelige gevolgen kan hebben.

De rechtbank heeft de verzoeken om bepaalde vormen van zorg, zoals opname in een accommodatie, afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg zoals medicatietoediening en medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 15 november 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 724092 / FA RK 22-6510
kenmerk: ZM / IND / 85556
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 7 november 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
zorgaanbieder: Arkin,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.M. Fortuin.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 19 oktober 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 november 2022 in het gebouw van de rechtbank te Amsterdam. De rechtbank heeft hier de volgende personen gehoord:
- mr. E.M. Fortuin, advocaat van betrokkene;
- mevrouw [naam] , verpleegkundige;
- mevrouw L. van der Wouw, arts.
De officier van justitie is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Betrokkene is op de juiste wijze voor de mondelinge behandeling opgeroepen. De rechtbank is daarop met instemming van de advocaat overgegaan tot de mondelinge behandeling zonder aanwezigheid van betrokkene.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis, in langdurige remissie.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in
:
- ernstig lichamelijk letsel;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Anders dan namens betrokkene door zijn advocaat is bepleit, acht de rechtbank geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis aanwezig. Betrokkene toont geen behandelbereidheid. Betrokkene heeft met name moeite met zijn maandelijkse depotmedicatie. Bij de rechtbank bestaat, evenals bij de behandelaars, de vrees dat betrokkene zonder zorgmachtiging onmiddellijk de medicatie zal staken met alle voor betrokkene nadelige gevolgen van dien. Om die reden is verplichte zorg nodig. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan, het advies van de geneesheer-directeur en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het nakomen van afspraken in het ambulant kader.
2.7.
De rechtbank is van oordeel dat de zorgmodaliteiten die zien op een opname in de accommodatie, waaronder ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘insluiten’, ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’, ‘onderzoek aan kleding of lichaam’, ‘onderzoek van de woon- verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ en ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ in dit stadium niet noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Weliswaar stelt betrokkene zich zorgmijdend op, maar een opname in de accommodatie wordt niet op korte termijn verwacht en heeft voor het laatst in 2017 plaatsgevonden. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat het enkele achter de hand houden van deze vormen van zorg onvoldoende is om deze in de zorgmachtiging op te nemen. Om die reden wijst de rechtbank de hiervoor genoemde vormen van zorg af. Voorts hebben de behandelaars ter zitting verklaard dat geen redenen zijn om betrokkene in zijn communicatiemiddelen te beperken. Om die reden zal ook dit worden afgewezen.
2.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor een beperktere duur dan is verzocht, namelijk voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank stelt vast op basis van de overgelegde stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat betrokkene door middel van de zorgmachtiging een, voor zijn doen, redelijk stabiel leven leidt. Het is begrijpelijk dat de behandelaars betrokkene meer gunnen, maar ondanks de inzet van zijn behandelaars, stelt betrokkene zich niet open voor andere vormen van hulp en begeleiding. Een structurele dagbesteding bijvoorbeeld komt dus niet echt van de grond. Het lijkt er dan ook op alsof dit voor betrokkene op dit moment het hoogst haalbare is. Om die reden acht de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van de door officier van justitie verzochte twee jaren disproportioneel. Het is van belang dat de medicatietoediening door middel van het maandelijkse depot geborgd wordt. Daartoe acht de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden passend en geboden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.6. genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 7 november 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 7 november 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J.M. Vos als griffier en op 15 november 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.