Uitspraak
Rechtbank amsterdam
in de strafzaak tegen de verdachte:
woonplaats: [woonplaats] .
Rechtbank Amsterdam
Op 1 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam, onder leiding van rechter-commissaris mr. E.A. Messer, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor een bevel tot verwijdering van personen en/of voorwerpen uit een woning, zoals bedoeld in artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 28 november 2022, met als doel het verwijderen van personen die wederrechtelijk in een pand verblijven. De betrokkenen, aangeduid als 'de krakers', hadden zich niet geïdentificeerd en verbleven in een pand dat in eigendom was van een derde partij.
Tijdens de zitting op 1 december 2022 zijn de advocaat van de krakers, mr. K.J. Zeegers, en twee anonieme verdachten gehoord. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de krakers wederrechtelijk in het pand verblijven en dat de eigenaar van het pand, de heer [naam 3], een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De eigenaar heeft aangegeven dat het pand in een slechte en onveilige staat verkeert, met brandgevaar door asbest in het dak. De verdediging heeft betoogd dat de krakers geen andere woonruimte hebben en dat hun huisrecht zwaarder weegt dan de belangen van de eigenaar.
De rechter-commissaris heeft echter geoordeeld dat de belangen van de openbare orde en de rechten van de eigenaar in dit geval zwaarder wegen. De vordering is toegewezen, met de bepaling dat de krakers tot maandag 5 december 2022 om 9.00 uur de tijd hebben om het pand te ontruimen. De beslissing is genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechter-commissaris de argumenten van beide partijen heeft afgewogen.