ECLI:NL:RBAMS:2022:7127

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
2 december 2022
Zaaknummer
13.309552.22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot machtiging voor een bevel tot verwijdering van personen en/of voorwerpen uit een woning

Op 1 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam, onder leiding van rechter-commissaris mr. E.A. Messer, een beslissing genomen op een vordering tot machtiging voor een bevel tot verwijdering van personen en/of voorwerpen uit een woning, zoals bedoeld in artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 28 november 2022, met als doel het verwijderen van personen die wederrechtelijk in een pand verblijven. De betrokkenen, aangeduid als 'de krakers', hadden zich niet geïdentificeerd en verbleven in een pand dat in eigendom was van een derde partij.

Tijdens de zitting op 1 december 2022 zijn de advocaat van de krakers, mr. K.J. Zeegers, en twee anonieme verdachten gehoord. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de krakers wederrechtelijk in het pand verblijven en dat de eigenaar van het pand, de heer [naam 3], een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming. De eigenaar heeft aangegeven dat het pand in een slechte en onveilige staat verkeert, met brandgevaar door asbest in het dak. De verdediging heeft betoogd dat de krakers geen andere woonruimte hebben en dat hun huisrecht zwaarder weegt dan de belangen van de eigenaar.

De rechter-commissaris heeft echter geoordeeld dat de belangen van de openbare orde en de rechten van de eigenaar in dit geval zwaarder wegen. De vordering is toegewezen, met de bepaling dat de krakers tot maandag 5 december 2022 om 9.00 uur de tijd hebben om het pand te ontruimen. De beslissing is genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechter-commissaris de argumenten van beide partijen heeft afgewogen.

Uitspraak

Rechtbank amsterdam

rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 13.309552.22
datum : 1 december 2022
Beslissing op een vordering tot machtiging voor een bevel tot verwijdering van personen en/of voorwerpen uit een woning, besloten lokaal of erf
(artikel 551a Wetboek van Strafvordering)

in de strafzaak tegen de verdachte:

NN (alle aanwezige personen in nagenoemd pand), van wie zich niemand bekend heeft gemaakt en/of een of meer vooralsnog onbekend gebleven perso(o)n(en), hierna ook de krakers,
woonplaats: [woonplaats] .

Procedure

De officier van justitie heeft op 28 november 2022 schriftelijk gevorderd dat de rechter-commissaris de bovengenoemde machtiging verleent.
De officier van justitie heeft ter onderbouwing van de vordering een proces-verbaal met bijlagen overgelegd van Politie eenheid Amsterdam met kenmerk 2022225182 van
28 november 2022.
De vordering heeft betrekking op het verwijderen door een opsporingsambtenaar van personen en voorwerpen die wederrechterlijk vertoeven in/op een woning, besloten lokaal of erf, te weten het pand [pand 1] aaneengeschakeld met pand [pand 2] (hierna gezamemlijk het pand).

Beoordeling

De rechter-commissaris heeft op 1 december 2022 gehoord mr. K.J. Zeegers, advocaat van de verdachten, en de twee op de zitting verschenen verdachten die anoniem wensten te blijven. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt.
Aan mr. Zeegers is door de rechtbank tijdig het volledige dossier ter beschikking gesteld.
Aan de eis dat de krakers door de rechter-commissaris moeten worden gehoord is voldaan. Zij zijn immers opgeroepen te verschijnen op de zitting van 1 december 2022 om 14.00 uur.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van de Politie eenheid Amsterdam volgt dat op 28 november 2022 een brief met de oproeping is uitgereikt aan twee personen die zich bevonden in het pand en die zich identificeerden als [naam 1] en [naam 2] .
De desbetreffende brief was gericht aan “De personen [pand 1] / [pand 2] ”. Bovendien zijn er twee verdachten op de zitting verschenen.
Uit het dossier volgt genoegzaam dat de krakers wederrechtelijk, zonder toestemming van de eigenaar in het pand verblijven. De strafbaarstelling heeft ten doel bescherming van het recht van de eigenaar van het pand en bescherming van de openbare orde.
In de kern heeft mr. Zeegers ter zitting bepleit dat de eigenaar geen spoedeisend belang heeft bij de door het officier van justitie gevorderde ontruiming. Daarnaast stelt mr. Zeegers dat het huisrecht van de krakers zwaarwegender is dan de belangen van de eigenaar.
Wat betreft het spoedeisend belang volgt uit het dossier en in het bijzonder uit de brief met bijlagen van de eigenaar de heer [naam 3] aan de officier van justitie, dat het pand zich in een langdurig renovatie- en restauratietraject bevindt en dat het pand inmiddels is gestript. Het is voldoende aannemelijk dat op zeer korte termijn hierin verdere concrete stappen worden gezet. Mr. Zeegers heeft hier grote twijfels bij maar die worden niet bevestigd door de door de eigenaar overgelegde stukken, waaronder een stappenplan en verklaringen van aannemers. Van ontruiming voor langdurige leegstand is dan ook geen sprake.
Volgens de eigenaar verkeert het pand in slechte en onveilige staat en bestaat er bij brand gevaar voor de omgeving vanwege (onder andere) asbest plaatmateriaal in het dak.
Door mr. Zeegers is gezegd dat het wel meevalt met de onveiligheid van het pand, dat zijn cliënten zelf veiligheidsmaatregelen hebben getroffen en dat zij slechts de eerste woonlaag bewonen en op de begane grond evenementen organiseren, waarbij zij ook de nodige veiligheidsmaatregelen nemen. Het asbest bevindt zich in het dak en kan geen kwaad zolang je er niet aan komt.
Uit de door mr. Zeegers overgelegde foto’s blijkt weliswaar dat de krakers aanpassingen hebben gedaan aan het pand, bijvoorbeeld het aanbrengen van vloerplaten en rookmelders, maar de totaalindruk blijft die van een onbewoonbaar pand waarbij de veiligheid onvoldoende gewaarborgd is. De verklaring van de door de krakers ingeschakelde heer [naam 4] maakt dat niet anders. In de eerste plaats is niet zonder meer duidelijk dat [naam 4] deskundig is op dit terrein. Maar ook als dat wel zo zou zijn is zijn verklaring van weinig gewicht, omdat hij eenzijdig is benaderd door de krakers. In zoverre is hij niet meer dan een partijdeskundige.
Ingevolge artikel 8 lid 1 EVRM komt de verdachte een huisrecht toe. Het in artikel 8 lid 2 EVRM besloten proportionaliteitsvereiste brengt mee dat, naast de vraag of sprake is van wederrechtelijkheid, getoetst moet worden of de in abstracto door de wetgever gegeven voorrang aan het belang van de openbare orde en de rechten van de eigenaren in de concrete omstandigheden van dit geval, gezien het beroep op het huisrecht, proportioneel is.
Mr. Zeegers heeft er in dit verband op gewezen dat als de vordering wordt toegewezen de krakers op zeer korte termijn het pand zullen moeten verlaten terwijl zij geen uitzicht hebben op een andere woning en de winter zijn intrede doet. Dit zijn echter omstandigheden die onvoldoende gewicht in de schaal leggen. Het is zeker zo dat het uitermate moeilijk is om in de huidige woningmarkt een woning te kunnen vinden, in het bijzonder in Amsterdam, maar dit geldt voor heel veel anderen ook. Dat de krakers daadwerkelijk op straat moeten gaan leven is in het geheel niet gebleken. Over de persoonlijks omstandigheden van de krakers is overigens niets aangevoerd. Het beroep op het huisrecht kan dan ook niet leiden tot afwijzing van de vordering van de officier van justitie.
De rechter-commissaris is van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen op de gronden, op de wijze en onder de voorwaarden als in de vordering omschreven, met uitzondering van de ontruimingstermijn. De officier van justitie heeft namelijk ter zitting gezegd er geen moeite mee te hebben als de krakers tot aanstaande maandag 9.00 uur de tijd hebben het pand te ontruimen. De vordering zal om die reden aldus worden toegewezen.

Beslissing

De rechter-commissaris:
wijst de vordering toe, in die zin dat de machtiging ingaat vanaf maandag 5 december 2022 om 9.00 uur,
machtigt de officier van justitie overeenkomstig de vordering.
Deze beslissing is op 1 december 2022 genomen door mr. E.A. Messer, rechter-commissaris