Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1 augustus 2022 door het
Amtsgericht Hildesheim(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
arrestatiebevel ten behoeve van de voorlopige hechtenis van het Amtsgericht Hildesheimvan 28 juni 2022 met dossiernummer
102 Gs 829/22.
4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
zware mishandelingen niet als
moord en doodslag, waardoor de overlevering volgens de raadsman partieel geweigerd moet worden voor het deel van het aangekruiste lijstfeit dat ziet op
moord en doodslag.
zware mishandeling. Hij heeft de juistheid van de aankruising van het lijstfeit in zoverre dus niet betwist. Het door de uitvaardigende justitiële autoriteit aangekruiste lijstfeit heeft als naam ‘moord en doodslag; zware mishandeling’ en betreft een ondeelbare categorie van strafbare gedragingen die toepasselijk kan zijn op gevallen van moord, doodslag en/of zware mishandeling. Het past niet in de systematiek van de OLW om voor een deel van het lijstfeit de overlevering te weigeren. De overlevering vindt plaats voor het feitencomplex zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Indien het in de Duitse strafzaak tot een bewezenverklaring komt, is het aan de Duitse rechter om te oordelen over de juridische kwalificatie daarvan. Het verweer slaagt niet.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Hildesheim(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.