Op 30 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Examining Magistrate's Chamber at the District Court of Luxembourg. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 oktober 2022 en de behandeling vond plaats op 16 november 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Albanië in 1982, was gedetineerd in Nederland en had afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn tijdens de zitting. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Albanese nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft het EAB onderzocht en vastgesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, namelijk witwassen van opbrengsten van misdrijven, is opgenomen in bijlage 1 van de OLW, waardoor het vereiste van dubbele strafbaarheid niet van toepassing is. Voor het tweede feit, diefstal, is wel toetsing van dubbele strafbaarheid vereist, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat ook hieraan is voldaan.
De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat de overlevering moet worden toegestaan. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.