ECLI:NL:RBAMS:2022:7062

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
13/235497-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met terugkeergarantie voor Nederlandse staatsburger

Op 30 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Nederlandse staatsburger op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Mönchengladbach in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 27 september 2022 en de behandeling vond plaats op 16 november 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1987, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.H.E.M. Kersemaekers, die zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, waarvoor in Duitsland een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.

De rechtbank heeft ook een garantie ontvangen van de Duitse autoriteiten dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal mogen ondergaan. Gezien deze garantie en het feit dat aan alle wettelijke vereisten is voldaan, heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Vegter als voorzitter, samen met mrs. A.J.R.M. Vermolen en L. Sanders, en is uitgesproken in openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/235497-22
RK nummer: 22/4294
Datum uitspraak: 30 november 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 27 september 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 juli 2022 door het
Amtsgericht Mönchengladbach(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[naam opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1987 ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 16 november 2022. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.H.E.M. Kersemaekers, waarnemend voor mr. M.E. Broekert, beiden advocaat te Breda.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een arrestatiebevel van het
Amtsgericht Mönchengladbachvan 21 juni 2022 (dossiernummer: 57 Gs 543/22 (700 Js 1178/22)).
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Duits recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
De
Leitende Oberstaatsanwaltin Mönchengladbach heeft bij brief van 28 oktober 2022 de volgende garantie gegeven:
Uitlevering van de Nederlandse staatsburger [naam opgeëiste persoon] , geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] , van Nederland naar Duitsland voor juridisch onderzoek 700 Js 1178/22 van het Openbaar Ministerie van Mönchengladbach
Er wordt gegarandeerd dat de verschuldigde persoon in geval van een definitieve veroordeling in de Bondsrepubliek Duitsland op basis van de geldige versie van het kaderbesluit 2008/909/JI van de raad van 27 november 2008 betreffende de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen, door middel van een vrijheidsberovende straf of maatregel oplegt, wordt voor de uitvoering van zijn de straf in de Europese Unie (ABI. L. 327 van 5.12.2008, pagina 27) voor de verdere uitvoering van de straf teruggestuurd naar Nederland.
Naar het oordeel van de rechtbank is de hiervoor vermelde garantie voldoende.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[naam opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Mönchengladbach(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. A.J.R.M. Vermolen en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 30 november 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.