In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verkoper en een koper van een woning. De verkoper, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.S. van der Vorst, vorderde de ontbinding van de koopovereenkomst die op 8 december 2021 was gesloten, omdat de koper, die aanvankelijk werd bijgestaan door mr. P.M. Hoogstand, zijn verplichtingen niet was nagekomen. De koper had nagelaten een waarborgsom van 10% van de koopprijs te voldoen of een bankgarantie te stellen binnen de overeengekomen termijn. De verkoper heeft de koopovereenkomst op 14 januari 2022 ontbonden, na een ingebrekestelling. De rechtbank oordeelde dat de koper toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen, en dat de ontbinding van de koopovereenkomst rechtsgeldig was. De rechtbank wees de vordering van de verkoper tot betaling van een boete van € 152.000,- toe, alsook de buitengerechtelijke incassokosten van € 2.295,-. De rechtbank verwierp het verweer van de koper, die zich op overmacht en de vernietigbaarheid van het boetebeding beriep. De rechtbank oordeelde dat de persoonlijke omstandigheden van de koper, waaronder gezondheidsproblemen, voor zijn rekening en risico kwamen. De boete werd niet gematigd, omdat deze gebruikelijk en redelijk was in het kader van de koopovereenkomst. De rechtbank veroordeelde de koper tot betaling van de boete, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.