Op 11 oktober 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 27 juli 2022. Het EAB, uitgevaardigd door het District Court in Bielsko-Biala op 14 maart 2022, betreft een vrijheidsstraf van 3 jaar en 6 maanden, waarvan nog 2 jaar, 9 maanden en 19 dagen resteert. De opgeëiste persoon, geboren in 1980 in Polen, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is gedetineerd in een Penitentiaire Inrichting.
Tijdens de openbare zitting op 27 september 2022 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.K. Jap-A-Joe, en een tolk. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de grondslag en inhoud van het EAB onderzocht, waarbij werd vastgesteld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot het vonnis heeft geleid.
De rechtbank concludeerde dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de relevante wetsbepalingen, zoals artikel 2, 5 en 7 OLW, zijn toegepast. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 29, tweede lid, OLW.