ECLI:NL:RBAMS:2022:7022

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
13/117945-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel met terugkeergarantie

Op 27 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 5 augustus 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie, witwassen, informaticacriminaliteit en oplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Ivoriaanse nationaliteit heeft en in Nederland verblijft zonder vaste woon- of verblijfplaats.

Tijdens de openbare zitting op 13 september 2022 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. V.G. Kraal, heeft namens hem het woord gevoerd. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft ook de garantie van de Belgische autoriteiten beoordeeld, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in België terugkeert naar Nederland om zijn straf daar uit te zitten.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering, zoals bedoeld in artikel 9 OLW, en dat de overlevering kan worden toegestaan. De beslissing is genomen op basis van de informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de bevestiging van de Belgische autoriteiten dat er geen overlap is tussen de feiten in België en Nederland. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan, waarbij is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/117945-22
RK nummer: 22/3786
Datum uitspraak: 27 september 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 5 augustus 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 11 mei 2022 door de
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde(België), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Ivoorkust) op [geboortedag] 1991,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 13 september 2022. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. M. Westerman. De opgeëiste persoon is niet verschenen. Zijn gemachtigde raadsman, mr. V.G. Kraal, advocaat te Amsterdam, heeft namens hem het woord gevoerd.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Ivoriaanse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
bevel tot aanhouding,uitgevaardigd op 11 mei 2022 door de onderzoeksrechter bij de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Belgisch recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummers 1, 9, 11 en 20, te weten:
Deelneming aan een criminele organisatie;
Witwassen van opbrengsten van misdrijven;
Informaticacriminaliteit;
Oplichting.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van België een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon kan op grond van artikel 6, derde lid, OLW worden gelijkgesteld met een Nederlander. De rechtbank stelt op basis van de informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: IND) van 25 augustus 2022 vast dat de opgeëiste persoon met ingang van 12 juli 2015 duurzaam EU-verblijfsrecht heeft in de zin van artikel 8.17 van het Vreemdelingenbesluit 2000 én dat de opgeëiste persoon, terugtellend vanaf heden, 10 jaar in Nederland heeft gewoond.
Om een beroep te kunnen doen op de waarborg die in artikel 6, eerste lid, OLW wordt geboden, is daarnaast vereist dat de opgeëiste persoon in Nederland kan worden vervolgd voor de feiten die aan het EAB ten grondslag liggen en dat de verwachting bestaat dat hij niet zijn recht van verblijf in Nederland zal verliezen ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel.
Aan de voorwaarde betreffende Nederlandse rechtsmacht is gelet op de artikelen 7 en 86b van het Wetboek van Strafrecht voldaan.
Wat de laatste voorwaarde betreft – het behoud van recht op verblijf in Nederland – heeft de IND bij brief van 31 augustus 2022 onder meer het volgende meegedeeld:
Sinds 1 januari 2018 zou [opgeëiste persoon] zich als lid van een criminele organisatie schuldig maken aan phishing en aan witwassen. Er zouden vele slachtoffers zijn en het schadebedrag beloopt meer dan twee miljoen euro. Naar Nederlands recht zou overtreding aan de orde zijn van artikel 138ab, artikel 420bis, artikel 140, artikel 326, artikel 310 en/of 311 en artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. De maximumstraf is zes jaar gevangenis. In een
gelijk geval in Nederland eist het openbaar ministerie vier jaar. Op basis van deze gegevens ligt verblijfsbeëindiging niet in de rede. Van toepassing is het criterium ‘dwingende redenen van openbare veiligheid’ en daaraan wordt niet voldaan.
De overlevering van de opgeëiste persoon kan daarom worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
De procureur des Konings in Dendermonde heeft op 31 augustus 2022 de volgende garantie gegeven:
Overeenkomstig artikel 5 §3 van het kaderbesluit van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, bied ik u de garantie voor de terugkeer naar Nederland van de door u over te leveren onderdaan of ingezetene, in casu [opgeëiste persoon].
Deze garantie houdt in dat, eens betrokkene in België onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld, deze persoon naar Nederland zal terugkeren om zijn straf of maatregel aldaar te ondergaan. De terugkeer zal gebeuren op basis van het Europees Kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de vrijheidsbenemende straffen of maatregelen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie (2008/909/JBZ).
Naar het oordeel van de rechtbank is de hiervoor vermelde garantie voldoende.

6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9 OLW

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er mogelijk overlap bestaat tussen de feiten waarvoor de opgeëiste persoon in België wordt vervolgd en de feiten die in Nederland aan hem ten laste zijn gelegd, zodat de overlevering ten aanzien van die feiten partieel geweigerd dient te worden.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen overlap is tussen beide strafzaken. Ter onderbouwing van dat standpunt heeft zij de Nederlandse tenlastelegging overgelegd, waarover de uitvaardigende justitiële autoriteit op 8 september 2022 het volgende heeft medegedeeld:
Bevestigt mijn Ambt dat [opgeëiste persoon] in het kader van onderhavig dossier in België niet zal worden vervolgd voor de volgende feiten, die deel uitmaken van het in Nederland gevonniste, en door het verzoek van de Officier van Justitie in Amsterdam geviseerde, dossier met referte 09/767483-19 […]
De rechtbank is – op basis van de tenlastelegging in de Nederlandse strafzaak ten aanzien van de opgeëiste persoon en hetgeen door de uitvaardigende justitiële autoriteit is medegedeeld – van oordeel dat de strafvervolging die in Nederland tegen de opgeëiste persoon loopt, geen betrekking heeft op de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht. De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, OLW is daarom niet van toepassing.

7.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde(België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en C.M. Delstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.