Op 27 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 5 augustus 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie, witwassen, informaticacriminaliteit en oplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Ivoriaanse nationaliteit heeft en in Nederland verblijft zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Tijdens de openbare zitting op 13 september 2022 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. V.G. Kraal, heeft namens hem het woord gevoerd. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft ook de garantie van de Belgische autoriteiten beoordeeld, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in België terugkeert naar Nederland om zijn straf daar uit te zitten.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering, zoals bedoeld in artikel 9 OLW, en dat de overlevering kan worden toegestaan. De beslissing is genomen op basis van de informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de bevestiging van de Belgische autoriteiten dat er geen overlap is tussen de feiten in België en Nederland. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan, waarbij is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW.