Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Beoordeling of verdachte het ten laste gelegde heeft begaan
4.Beslissing
spreektverdachte daarvan
vrij.
- […]
- […]
Rechtbank Amsterdam
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1999, heeft de rechtbank Amsterdam op 29 november 2022 uitspraak gedaan. De zaak betreft de beschuldiging van voorbereiding van een plofkraak in de periode van 7 tot 8 juni 2022, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken zou zijn geweest. Tijdens de zittingen op 20 september en 15 november 2022 heeft de officier van justitie, mr. F.R. Bons, bewijs gepresenteerd dat de verdachte en zijn medeverdachten voorwerpen voorhanden hadden die bestemd waren voor het plegen van een plofkraak. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.S.J. van Gestel, pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op 2 juni 2022 een gestolen Volkswagen Golf met valse kentekenplaten werd aangetroffen. Op camerabeelden was te zien dat medeverdachten op 7 juni 2022 bij deze auto betrokken waren. Na een achtervolging door de politie werd de Golf zonder inzittenden aangetroffen in Nijmegen, waar de verdachte en medeverdachten werden aangehouden. In de auto werden verschillende voorwerpen aangetroffen die vaak worden gebruikt bij plofkraken, zoals jerrycans met benzine en gereedschap.
Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het bewijs van voorbereidingshandelingen voor een plofkraak. Er ontbraken concrete aanwijzingen zoals zoekslagen op internet of andere communicatie die duidden op een plan. De rechtbank concludeerde dat het enkele feit dat de aangetroffen goederen bij plofkraken gebruikt kunnen worden, niet voldoende was om te bewijzen dat de verdachten daadwerkelijk de intentie hadden om een plofkraak te plegen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.