3.3.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte, samen met anderen, voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor een plofkraak. Zij overweegt daartoe het volgende.
Op 2 juni 2022 trof een verbalisant een grijze Volkswagen Golf type R met [kenteken 1] (hierna: de Golf) aan in Amsterdam. Het bleek te gaan om een gestolen voertuig met valse kentekenplaten. Ambtshalve was deze verbalisant bekend dat dit snelle type voertuig regelmatig wordt gebruikt voor zware vormen van criminaliteit, waaronder plofkraken.
Door de politie is de Golf op 2 juni 2022 voorzien van plaatsbepalingsapparatuur (baken) en is er een camera geplaatst met zicht op de Golf. Op de camerabeelden is te zien dat een witte Volkswagen Touran (hierna: de Touran) op 7 juni 2022 achter de Golf parkeerde. Daarbij zijn verdachte, medeverdachte [medeverdachte 4] en een onbekend gebleven persoon op basis van de camerabeelden door een verbalisant herkend. Er is niet goed te zien wat zij exact bij de Golf deden, maar na een korte tijd reed de Touran weer weg, waarna verdachte in de Golf stapte en ook wegreed.
Later op de avond van 7 juni 2022 kregen verbalisanten de melding dat de Golf vanuit Amsterdam in de richting van Nijmegen reed, waarna verbalisanten de Golf in zicht kregen en de achtervolging hebben ingezet. De bestuurder van de Golf negeerde een stopteken, ramde een dienstvoertuig van de politie en ging er met zeer hoge snelheid vandoor. De politie heeft de achtervolging uiteindelijk moeten staken, waarna de Golf zonder inzittenden op de [straatnaam 1] in Nijmegen is aangetroffen. Verdachte heeft op 14 november 2022 bij de rechter-commissaris verklaard dat er vier mensen, waaronder hijzelf, in de Golf zaten. Ook heeft hij verklaard dat hij met de andere drie jongens is weggerend en dat hij met de jongens in het portiek zat. Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn aangehouden in een portiek van een flat aan de [straatnaam 2] in Nijmegen.
In de kofferbak van de Golf zijn vijf jerrycans met benzine, een opengesneden gieter en twee Duitse kentekenplaten met het [kenteken 2] aangetroffen. Op de achterbank lagen twee tassen met daarin een bivakmuts, een hoofdlamp en regenkleding. In een vuilniszak onder de armleuning op de achterbank werd gereedschap aangetroffen, namelijk een hamer, een breekijzer en een schroevendraaier. In een andere vuilniszak zaten twee lege sporttassen. Tussen de vuilniszakken lag een fles ammoniak. Ook lagen er gele vaatdoekjes in het opbergvak achter de bijrijdersstoel.
Een verbalisant heeft beschreven ermee bekend te zijn dat daders van plofkraken gebruikmaken van jerrycans met benzine, geprepareerde gieters en bivakmutsen om te voorkomen dat zij worden herkend op camerabeelden van tankstations en geldautomaten. Ook regenpakken worden bij het plegen van plofkraken gedragen om te voorkomen dat daders worden herkend en zodat er geen sporen op de eigen kleding achterblijven. Verder weet de verbalisant uit ervaring dat daders van plofkraken hoofdlampjes dragen, zodat zij zicht hebben in het donker en hun handen vrij hebben voor het aanbrengen van explosieven en het leeghalen van de geldautomaten.
Uit verkregen informatie van de Duitse autoriteiten komt naar voren dat de Duitse kentekenplaten die in de Golf zijn aangetroffen eerder op een grijze of zwarte Volkswagen Golf zaten die op 28 mei 2022 betrokken was bij een poging tot plofkraak van een geldautomaat in [plaatsnaam 1] . Daarnaast blijkt dat verdachte in Duitsland voorkomt in verschillende strafrechtelijke onderzoeken naar plofkraken gepleegd in Duitsland. Zo is DNA van verdachte aangetroffen op een sporttas die is veiliggesteld bij een plofkraak van een geldautomaat op 13 juni 2021 in [plaatsnaam 2] . Daarnaast is DNA van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen in een voertuig dat op 24 januari 2022 bij een plofkraak in [plaatsnaam 3] is gebruikt.
Op een tas die op de achterbank van de Golf is aangetroffen zaten vingerafdrukken van medeverdachte [medeverdachte 3] .
Verdachte en zijn medeverdachten hebben ten aanzien van de verdenking een beroep gedaan op hun zwijgrecht.
Vrijspraak
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen is vereist dat het opzet van de verdachte gericht was op het voorbereiden van het beoogde feit dat in de tenlastelegging is omschreven en dat hij moet weten dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van dát misdrijf.
De rechtbank stelt vast dat verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in de Golf heeft gezeten. Uit de verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris en het DNA van medeverdachte [medeverdachte 3] dat op een tas in de Golf is aangetroffen, leidt de rechtbank namelijk af dat de verdachten die in het portiek zijn aangehouden ook de personen zijn geweest die in de Golf hebben gezeten.
De rechtbank kan op grond van de genoemde feiten en omstandigheden niet vaststellen dat de verdachten een concreet plan voor een plofkraak hadden. Zo zijn er bijvoorbeeld geen zoekslagen op het internet, routebeschrijvingen, chatgesprekken, foto’s of video’s met betrekking tot geldautomaten aangetroffen. Daarnaast is er niets aangetroffen waarmee een ontploffing dan wel een ontsteking kan worden veroorzaakt. Het enkele gegeven dat de wel aangetroffen goederen mede bij plofkraken gebruikt kunnen worden, is onvoldoende om bewezen te achten dat de verdachten het plegen van een plofkraak als misdadig doel voor ogen hadden en dat zij daartoe deze goederen bij zich hadden. Ook de informatie uit Duitsland dat de Golf, verdachte en enkele medeverdachten mogelijk betrokken zijn geweest bij eerdere plofkraken maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen van een plofkraak. Verdachte zal van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.