Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2022 in de zaak tussen
[eiser 1] ,
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Procesverloop
.Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens is verschenen [naam 1] , bestuurder van [eiser 2] .
Overwegingen
‘.. dat [eiser 1] op [medio 1] maart 2020 een vergunning heeft aangevraagd..’ en
‘.. [eiser 2] en haar bestuurder, de heer [naam 1] , zijnde beheerder van de woning, was gemachtigd tot het doen van die aanvraag voor [eiser 1]’ is dit evident. Verweerder heeft deze machtiging in het beroepsdossier opgenomen en was in het bezit van deze machtiging ten tijde van het bestreden besluit.
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaarschriften met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.518,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op