Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 februari 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2022.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een kok uit Amsterdam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had op 1 augustus 2011 een deskundigenoordeel aangevraagd, waarna verweerder op 25 februari 2021 het bezwaar van eiseres tegen dit deskundigenoordeel niet-ontvankelijk verklaarde. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank moest eerst beoordelen of dit beroep tijdig was ingediend. De rechtbank constateerde dat de beroepstermijn was verstreken, aangezien het beroepschrift pas op 14 mei 2021 was ingediend, terwijl de termijn op 8 april 2021 was geëindigd. Eiseres voerde aan dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële problemen en de coronamaatregelen, haar verhinderden om tijdig beroep in te stellen. De rechtbank toonde begrip voor de situatie van eiseres, maar oordeelde dat er geen verschoonbare reden was voor de te late indiening. De regels omtrent de termijn voor het indienen van beroep zijn strikt en moeten voor iedereen gelijk worden toegepast. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A.W. Jansen, met mr. N.J.A. van Eck als griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.