In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 november 2022 uitspraak gedaan in een coldcase waarbij de verdachte, geboren op 15 november 1960, op 23 juni 2022 is overleden. Het Openbaar Ministerie had de verdachte vervolgd voor de moord op [benadeelde partij] op 15 november 2003 te Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging, omdat het recht tot strafvervolging vervalt door de dood van de verdachte, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en bepaald dat de borgsom van € 10.000,- moet worden teruggegeven aan de partij die deze heeft gestort, met wettelijke rente vanaf de datum van storting op 25 februari 2022. De uitspraak is gedaan na de terechtzittingen op 15 februari 2022 en 3 november 2022, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en de argumenten van de raadsman van de verdachte, mr. R.A. Korver, en de advocaat van de benadeelde partij, mr. L.F.M. Aarts.