ECLI:NL:RBAMS:2022:6736

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 september 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
13/165187-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 15 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Hamburg. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 12 juli 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Marokko, was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfsplaats. Tijdens de zitting was de opgeëiste persoon bijgestaan door een tolk in de Arabische taal, maar zijn raadsman was niet verschenen. De rechtbank heeft de opgeëiste persoon geïnformeerd over zijn recht op juridische bijstand, maar hij heeft ervoor gekozen om geen advocaat te willen. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de overlevering.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Marokkaanse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldde een aanhoudingsbevel voor voorlopige hechtenis en een strafrechtelijk onderzoek naar een strafbaar feit volgens Duits recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor overlevering wordt verzocht, ook onder Nederlands recht strafbaar is, namelijk diefstal vergezeld van geweld. De opgeëiste persoon heeft verklaard niet schuldig te zijn, maar heeft dit niet kunnen aantonen tijdens de zitting. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/165187-22
RK nummer: 22/3481
Datum uitspraak: 15 september 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 12 juli 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 25 juli 2019 door het
Amtsgericht Hamburg(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag 1] 1999
alias (onder meer) [alias opgeëiste persoon]
geboren te ‘onbekend’ op [geboortedag 2] 1991,
zonder vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 15 september 2022. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. P. Sholeh. De opgeëiste persoon is bijgestaan door een tolk in de Arabische taal.
De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. P. van Baaren, advocaat te Rotterdam, is niet verschenen. De raadsman heeft telefonisch laten weten de opgeëiste persoon niet langer bij te zullen staan. De opgeëiste persoon heeft ter zitting laten weten dat hij niet langer door een advocaat wil worden vertegenwoordigd. De rechtbank heeft de opgeëiste persoon geïnformeerd over zijn recht om zich door een advocaat te laten bijstaan. De opgeëiste persoon heeft desgevraagd expliciet en meermalen laten weten geen gebruik te willen maken van zijn recht op een advocaat. Na een korte onderbreking voor beraad is het verhoor zonder bijstand van een advocaat voortgezet.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. Ter terechtzitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een aanhoudingsbevel ten behoeve van de voorlopige hechtenis van 28 december 2017 van het
Amtsgericht Hamburgin combinatie met een besluit van het
Amtsgericht Hamburgvan 29 mei 2018, dossiernummer 117h Gs 172/17 jug.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal, vergezeld van geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken

5.Onschuldverweer

De opgeëiste persoon heeft verklaard niet schuldig te zijn aan het feit. Hij heeft dit echter tijdens het verhoor ter zitting niet aangetoond.
De onschuldbewering kan reeds om die reden niet leiden tot weigering van de overlevering.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 312 van het Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 van de Overleveringswet.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon] alias [alias opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Hamburg(Duitsland) voor het feit zoals is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. M.M.L.A.T Doll, voorzitter,
mrs. A.K. Glerum en R.J Bartels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.A. Potters, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.