In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 juli 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte die als feitelijke leidinggever van een vennootschap (V.O.F.) betrokken was bij meerdere strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrift, subsidiefraude en witwassen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een beroepsverbod van drie jaar. De zaak kwam aan het licht na interne fraudemeldingen bij het UWV, die twijfels uitten over de aanvragen voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) door de V.O.F. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het feitelijk leidinggeven aan het opmaken en indienen van valse aanvraagformulieren en het opzettelijk misbruik maken van subsidiegelden. De verdachte had de ontvangen subsidies niet aangewend voor de beoogde loonbetalingen, maar voor andere doeleinden, en had bovendien een bedrag van € 96.288,- gewitst. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist dat de gelden afkomstig waren uit misdrijf en dat hij de feitelijke leiding had gegeven aan de strafbare gedragingen van de V.O.F. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf.