Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Vrijspraak
4.Beslag
5.Beslissing
spreektverdachte daarvan
vrij.
onttrokken aan het verkeer::
Rechtbank Amsterdam
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1995, heeft de rechtbank Amsterdam op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan. De zaak betreft de tenlastelegging van het medeplegen van afpersing van twee aangevers op 22 mei 2020 in Amsterdam. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. S. Bont, gerekwireerd tot vrijspraak, omdat zij twijfels had over de geloofwaardigheid van de verklaringen van de aangevers. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. B. Hartman, heeft eveneens verzocht om vrijspraak, stellende dat het bewijs onvoldoende overtuigend was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is, maar heeft niet de overtuiging gekregen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastelegging. De verklaringen van de aangevers vertoonden belangrijke inconsistenties en tegenstrijdigheden. Zo werd er door de aangever op verschillende momenten verschillend verklaard over wie een vuurwapen bij zich had en over de omstandigheden van de afpersing. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met verklaringen van getuigen en de ouders van de aangever, die de twijfels over de waarheidsgetrouwe aard van de verklaringen van de aangever versterkten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en de in beslag genomen voorwerpen, waaronder verdovende middelen en een weegschaal, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bewijs niet voldoende was om tot een veroordeling te komen, en heeft de verdachte van alle beschuldigingen vrijgesproken.