Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 3. Aanvang, duur en beëindiging samenwerking
Over [naam 2] maakt [naam 1] zich zorgen. Uit de strategie sessies komt veel tevoorschijn. De rust zit nu weer in de organisatie maar hoe gaat [naam 2] haar rol worden in de organisatie als ze terug komt. Moet RvT een rol pakken? Voor [naam 1] heel lastig omdat [naam 2] nu thuis zit aangezien ze het niet aankan bij [naam bv 2] . (…) [naam 3], vzr.)
geeft aan om [naam 2] de tijd te geven en wil weten wie de coach is van het re-integratie traject omdat ze zeker 9-12 maanden buiten spel zal staan. Vervolgens zal na die 9-12 maanden een rol van de RvT zijn om in te grijpen. [naam 1] hoopt zelf dat [naam 2] inziet dat terugkeer bij [naam bv 2] moeilijk is. Wat is goed voor de zaak?
Constaterend dat
Voor mezelf ben ik aan het uitvinden wat de energievreters zijn en de energie gevers binnen mijn takenpakket, ik wil niet meer terugvallen in mijn oude taken waar ik overspannen door ben geworden.”
Ik waardeer het dat je het inzicht hebt dat je niet meer wenst terug te vallen in jouw oude taken waardoor je overspannen bent geworden. Dat rechtvaardigt de vraag wat je wel zou kunnen doen en welke prestaties en verantwoordelijkheden daaraan verbonden zijn binnen [naam bv 2] . Alleen jij kunt daarop het antwoord geven. Ik raad je daarom aan te gaan praten met iemand die jouw skills kan beoordelen of die samen met jou kan uitzoeken van welke werkzaamheden je wel gelukkig wordt. Pas als dat allemaal duidelijk is kan zinnig met elkaar gesproken worden hoe jouw nieuwe loopbaan eruit zou kunnen zien.”
(…) Ik heb duidelijk gemaakt dat alle administratieve werkzaamheden, ook binnen personeelszaken, haar niet gelukkig maken. Ik heb dat duidelijk gemaakt op verschillende manieren gepaard aan meerdere voorbeelden. Vervolgens kwam het besef dat daarmee de weg naar de oude functie niet de beste optie was om langdurig gelukkig te kunnen werken. Wat dan wel? [naam 2] is de enige die daarop een antwoord kan geven. Ze gaat steun zoeken bij iemand die ze vertrouwt om haar vaardigheden en skills in kaart te brengen zodat ze beter weet wat ze wil gaan doen. [naam 2] en ik zijn het eens dat het beter is voorlopig, totdat duidelijk is wat zij wil, niet te gaan koffiedrinken bij het personeel en de gesprekken met [naam 1] op de lange baan te schuiven. Op [naam 2] ’s vraag of zij kon terugkomen bij [naam bv 2] in een niet-directie functie heb ik positief geantwoord.”
[naam 2] ziet dit gesprek als een begin van het proces om weer aan het werk te gaan. (…) Tevens geeft [naam 2] aan dat het haar duidelijk is dat zij niet in dezelfde functie terug moet komen, omdat die werkzaamheden deels hebben bijgedragen aan haar ziek zijn. (…) [naam 3] wil weten hoe [naam 2] een terugkeer in [naam bv 2] voor zich ziet. Voor 25% terugkeren als directeur kan niet. (…) [naam 3] stelt voor dat [naam 2] een stuk schrijft waarin zijn duidelijk maakt wat haar toegevoegde waarden, kwaliteiten etc, zijn en hoe ze die zou willen inzetten bij [naam bv 2] . [naam 1] schrijft een stuk waarin zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden om terug te keren beschrijft en onderbouwd. Er wordt afgesproken dat ze elkaar dat stuk zullen mailen, uiterlijk (…) 27 januari om 12.00. Op dinsdag 2 februari treffen [naam 1] en [naam 2] elkaar dan weer om verder in gesprek te gaan. Als dat nodig is zijn Willem[Van Oostvoorn, vzr.]
en [naam 3] daar weer bij.”
Om een constructief gesprek te kunnen voeren over de invulling van die werkzaamheden is het zonneklaar, aangezien u twijfels heeft geuit of mevr. [naam 2] kan ‘terugkomen’ in haar bestuursfunctie (…), dat van uw zijde eerst ondubbelzinnig wordt bevestigd namens [eiseres] B.V. alle noodzakelijke medewerking zal worden verleend om haar (gedeeltelijke) functioneren als uw medebestuurder vanaf 1 maart a.s. mogelijk te maken (…)”.
Afgesproken is dat er tweede gesprek zou plaatsvinden op 2 februari 2021, al dan niet in het bijzijn van Willem[coach Van Oostvoorn, vzr]
en mij. Ter voorbereiding hierop zou [naam 2] een opstelling maken van wat zij graag en goed doet en wat zij tot haar kerncompetenties rekent. [naam 1] zou aangeven wat voor soort taken bij [naam 2] zouden kunnen passen. Dit proces is doorbroken door [naam 2] omdat zij eist terug te komen in haar oude functie per 1 maart en wel voor 25% van de tijd. Zij heeft tevens Mirjam van Schoonhoven als haar advocaat aangesteld om haar eisen kracht bij te zetten. [naam 1] zoekt nu ook rechtsbijstand. (…) hoop ik niet dat dit een langdurige juridische strijd wordt, maar dat er snel een goede mediator aangesteld wordt (…).”
In oktober 2018 constateerde de RvT (...) dat er binnen de kinderdagverblijven sprake was van onrust. Allerlei projecten, waarvoor Beheer[ [gedaagde] – vzr]
verantwoordelijk was, kwamen niet van de grond. (…) In de daartoe gevoerde gesprekken gaf [naam 2] ook aan dat zij deze niet onder controle kreeg. Destijds is voorgesteld een assessment van [naam 2] . Daarvan is het niet gekomen.”
Naar beleving van cliënte zijn deze taken altijd naar behoren vervuld en heeft zij tot voor kort van uw cliënte ook geen indicaties ontvangen dat dit in haar ogen niet het geval zou zijn.”
Het afgelopen jaar heb ik gemerkt dat wij in de huidige samenstelling goed samenwerken. (…) [naam 2] was heel betrokken op de medewerkers. Beslissingen werden vaak ad hoc genomen op basis van emotie en waren hierdoor voor mij onvoorspelbaar. Er ontstonden situaties waarbij ik in een lastige positie ben gebracht. (…)
In een al langere periode voor vorig jaar miste ik daadkracht, een duidelijke visie en open communicatie. Dit is mij eigenlijk in het laatste jaar pas goed duidelijk geworden, omdat ik nu merk dat de situatie veranderd is.
[naam 2] gaf mij het idee dat ze niet altijd wist waarover het ging en het niet altijd snapte. Hierdoor ging ik ook met mijn vragen eerder naar mijn collega’s dan naar [naam 2] , terwijl zij wel mijn leidinggevende was. Ik zag [naam 2] vaak worstelen met beleidsstukken, cijfers en beslissingen nemen. Zij gaf ook aan tijdens overleggen dat zij dit heel moeilijk vond. [naam 2] werkte heel erg vanuit haar gevoel en dit gaf mij een onveilig gevoel. Ik merk nu dat we wat zakelijker aan het werk zijn, we professioneler worden. (…)
uitdrukkelijke erkenning van mijn rol als indirect bestuurder bij [naam bv 1] ”.
Indien u de verklaring inderdaad heeft afgegeven dient u zich te realiseren dat zowel het afgeven als de inhoud daarvan geenszins stroken met goed werknemerschap jegens uw werkgever c.q. cliënte en dit alsdan mogelijk juridische gevolgen zal hebben voor uw positie alsmede tot aansprakelijkheid van u jegens uw werkgever c.q. cliënte zou kunnen leiden.”
dat het initiatief tot het opstellen van de verklaringen door [eiseres] is genomen met het uitsluitende doel cliënte te ontmoedigen nog aanspraak te maken op haar positie van statutair-bestuurder”
hetgeen eventuele juridische gevolgen voor uw positie en mogelijke aansprakelijkheden zal afwenden.”
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
Inleiding
Het gaat in dit kort geding om de vraag of onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is, en zo ja, wie van beide aandeelhouders de meest gerede partij is om de (zeggenschap over de) vennootschap voort te zetten.
als aandeelhouderdie het belang van de vennootschap zodanig schaden, dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer kan worden geduld. In dit geval is [gedaagde] – in de persoon van [naam 2] – zowel aandeelhouder als bestuurder van [naam bv 1] (en indirect van [naam bv 2] ), althans geweest, en is het niet altijd eenvoudig te duiden of zij handelt als bestuurder of aandeelhouder. In zoverre worden de gedragingen van [gedaagde] als aandeelhouder ingekleurd door haar functioneren als bestuurder en is dat functioneren voor de beoordeling van deze zaak mede van belang.
(…) Wij komen met een standpunt wat een oplossing zou kunnen zijn in het belang van [naam bv 2] , dat is nu het belangrijkste voor de kindjes en de organisatie. (…)”.
Maar dan zit je wel met het punt, [naam 1] , dat het jaarplan nietvastgesteldkan worden, zolang daar geen duidelijkheid over is. Dit heeft wel prioriteit en ik ga ervan uit dat [naam 2] er een positieve input heeft en zou ik gewoon aannemen dat jullie met z’n tweetjes bespreken (…)”.
tot het moment dat mevrouw [naam 2] namens [gedaagde] B.V. weer in staat is haar bestuurlijke werkzaamheden voor de Vennootschap te hervatten” en stelt zich op het standpunt dat dit zo moet worden uitgelegd dat zij, vanaf het moment dat zij weer 100% (of zelfs gedeeltelijk) arbeidsgeschikt zou zijn,
automatischweer statutair bestuurder zou zijn, zonder de noodzaak tot herbenoeming. Hierin wordt zij niet gevolgd. In het aandeelhoudersbesluit staat dit niet. Er staat niet dat [naam 2] (automatisch) weer statutair bestuurder zal zijn
als zij zelf meentweer in staat te zijn haar bestuurlijke werkzaamheden te hervatten. Bestuurders van de vennootschap worden ontslagen en benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). Het is dan ook aan de AVA om te bepalen of [naam 2] in staat is om haar taak als bestuurder weer op zich te nemen en of [gedaagde] opnieuw benoemd kan worden als statutair bestuurder. De enkele mededeling van [naam 2] zelf is daarvoor dus onvoldoende. Indien [gedaagde] meent dat zij weer tot statutair bestuurder moet worden benoemd, kan zij een aandeelhoudersvergadering bijeen roepen en dit op de agenda zetten. Dat heeft zij niet gedaan.
in staat is haar bestuurlijke werkzaamheden voor de Vennootschap te hervatten”. Evenmin is gebleken dat zij dat zelf wilde.
voormaligaandeelhouder ontvankelijk is in zijn enquêteverzoek. Nu [gedaagde] het verzoek al heeft ingediend, worden haar rechten en bevoegdheden ten aanzien van het verzoek om een onderzoek dus niet ingeperkt.