ECLI:NL:RBAMS:2022:6396

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
AMS 22/5238
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplaatsing van demonstratie van de Dam naar het Museumplein en rechtmatigheid van het besluit van de burgemeester

Op 4 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen de verzoekster, Samen voor Nederland, en de burgemeester van Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de verplaatsing van een demonstratie die op 6 november 2022 gepland stond op de Dam. De burgemeester had besloten om het vaste gedeelte van de demonstratie te verplaatsen naar het Museumplein, wat de verzoekster niet accepteerde. Tijdens de zitting op 4 november 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de verzoekster haar bezorgdheid uitte over het politieoptreden en de ongelijkheid in de behandeling van demonstraties door de burgemeester. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester een plicht heeft om demonstraties te faciliteren, maar dat er ook een risico op wanordelijkheden bestaat, vooral gezien de tegendemonstraties die zijn aangemeld. De burgemeester heeft op basis van informatie van de politie geconcludeerd dat de risico's op de Dam aanzienlijk hoger zijn dan op het Museumplein. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat het besluit van de burgemeester om de demonstratie te verplaatsen rechtmatig is en heeft het verzoek van de verzoekster afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, in aanwezigheid van griffier mr. K.H.E. Swinkels.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/5238
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 november 2022 in de zaak tussen

Samen voor Nederland, verzoekster

(gemachtigde: mr. M.J.N. Vermeij),
en

de burgemeester van Amsterdam, verweerder

(gemachtigden: mr. M. Kappelhof en mr. H.H.L. Krans).

Procesverloop

De voorzieningenrechter heeft deze zaak op 4 november 2022 op de zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Overwegingen

1. Het gaat om het besluit van de burgemeester om het vaste gedeelte van de door verzoekster georganiseerde demonstratie op 6 november 2022 te verplaatsen van de Dam naar het Museumplein. Verzoekster is het daar niet mee eens en heeft de voorzieningenrechter verzocht het besluit te schorsen.
2. Het gaat hier om een spoedprocedure. Het oordeel van de voorzieningenrechter bindt partijen alleen in dat kader.
3. Dit is niet de eerste procedure tussen partijen. Zoals op zitting is besproken, is sprake van een voorgeschiedenis. Dat speelt nog steeds voor verzoekster. Verzoekster heeft gewezen op het hardhandig politieoptreden op het Museumplein in de coronaperiode.
4. Partijen zijn het er over eens dat de burgemeester een plicht tot het faciliteren van demonstraties heeft. Verzoekster vindt echter dat sprake is van meten met twee maten. Zo gaat de burgemeester anders om met haar demonstraties dan met die van bijvoorbeeld Black Lives Matter.
5. Verzoekster realiseert zich dat ook niet alles op de schouders van de burgemeester ligt. Zij maakt die zelf waar door ordediensten te organiseren. Ook heeft zij in het verleden goed samengewerkt met de politie.
6. Verzoekster heeft op de zitting benadrukt te willen strijden voor de democratische rechtsstaat en dat het monument op de Dam daarvoor symbool staat. Op de zitting heeft verzoekster een filmpje getoond met een interview met de heer [naam 1] om aan te tonen dat [naam 1] de holocaust niet ontkent. Verzoekster benadrukt dat ze vredelievend wil demonstreren.
7. Er is volgens verzoekster geen reden voor een verplaatsing. Toch houdt de burgemeester daaraan vast. Dat ligt in deze zaak ter beoordeling bij de voorzieningenrechter.
8. Bij het verplaatsen van de demonstratie gaat het de burgemeester niet om de benodigde politie-inzet en de daaraan verbonden kosten. De inzet van de politie zal op beide plekken vergelijkbaar zijn. Maar het risico op (ernstige) wanordelijkheden wordt door de burgemeester op de Dam op basis van informatie van de politie beduidend hoger ingeschat. Ook is verwezen naar informatie op internet die wijst op ernstige wanordelijkheden rond de demonstratie. Het gaat daar niet om losse meldingen van individuen, maar ook om informatie van organisaties met afwijkende doelen dan die van verzoekster. Er is de afgelopen dagen sprake van een verharding. Als wanordelijkheden ontstaan, kunnen die op de Dam minder in de hand gehouden worden dan op het Museumplein. Dit vanwege de vele drukke winkelstraten en toegangswegen, de verschillende tramlijnen, attracties, musea, winkels en daarmee gepaard gaande aanwezigheid van grote aantallen bezoekers en passanten op de Dam. Op het Museumplein is veel meer ruimte.
9. Het gaat er niet om dat de burgemeester vreest dat verzoekster wanordelijkheden laat ontstaan. Het gaat er om dat er tegendemonstraties zijn aangemeld en de burgemeester niet wil kiezen voor de ene demonstratie of voor de andere. Ieder heeft het recht om te demonstreren. Het verplaatsen van de demonstraties naar het Museumplein maakt dat juist mogelijk.
10. De conclusie is dan ook dat het besluit van de burgemeester om het vaste gedeelte van de demonstratie te verplaatsen van de Dam naar het Museumplein naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter rechtmatig is. Het verzoek wordt daarom afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht is geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.H.E. Swinkels, griffier, op 4 november 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.