ECLI:NL:RBAMS:2022:6294

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
2 november 2022
Zaaknummer
13/752112-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake de geldigheid van de oproeping in een Europees aanhoudingsbevel

Op 21 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Olsztyn, Polen. De zaak betreft de vordering ex artikel 23 Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie, mr. M. Diependaal, op 5 maart 2019. De opgeëiste persoon, geboren in 1994 in Polen, had een onbekende huidige woonplaats en de rechtbank heeft zijn identiteit vastgesteld.

Tijdens de openbare zitting op 21 september 2022 heeft de raadsman, mr. T. Nieuwburg, verzocht om de oproeping nietig te verklaren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de oproeping niet volgens de wettelijke betekeningsvoorschriften heeft plaatsgevonden, aangezien de oproeping niet op het laatst bekende woonadres van de opgeëiste persoon is betekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping had moeten worden uitgereikt aan het Openbaar Ministerie, hetgeen niet is gebeurd.

De rechtbank heeft vervolgens de oproeping nietig verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M.M.L.A.T. Doll en L. Sanders, rechters, in tegenwoordigheid van griffier mr. M.A. Dijk. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/752112-18
RK nummer: 19/1524
Datum uitspraak: 21 september 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 5 maart 2019 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 juni 2017 door de
Circuit Court in Olsztyn, Criminal Matters Division 2(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1994,
laatst bekende woonplaats: [adres];
huidige woonplaats: onbekend,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 21 september 2022. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. M. Diependaal en van de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. T. Nieuwburg.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Geldigheid van de oproeping

De raadsman heeft de rechtbank verzocht de oproeping nietig te verklaren, omdat de oproeping niet volgens de wettelijke betekeningsvoorschriften heeft plaatsgevonden.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de oproeping niet volgens de wettelijke betekeningsvoorschriften heeft plaatsgevonden. Nu de opgeëiste persoon geen BRP-adres heeft en de oproeping niet op zijn laatst bekende woonadres is betekend, had de oproeping uitgereikt moeten worden aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan, te weten het Openbaar Ministerie, hetgeen niet is gebeurd. De rechtbank verklaart de oproeping nietig.

4.Beslissing

De rechtbank
VERKLAARTde oproeping nietig.
Aldus gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting 21 september 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.