Op 21 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Olsztyn, Polen. De zaak betreft de vordering ex artikel 23 Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie, mr. M. Diependaal, op 5 maart 2019. De opgeëiste persoon, geboren in 1994 in Polen, had een onbekende huidige woonplaats en de rechtbank heeft zijn identiteit vastgesteld.
Tijdens de openbare zitting op 21 september 2022 heeft de raadsman, mr. T. Nieuwburg, verzocht om de oproeping nietig te verklaren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de oproeping niet volgens de wettelijke betekeningsvoorschriften heeft plaatsgevonden, aangezien de oproeping niet op het laatst bekende woonadres van de opgeëiste persoon is betekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping had moeten worden uitgereikt aan het Openbaar Ministerie, hetgeen niet is gebeurd.
De rechtbank heeft vervolgens de oproeping nietig verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M.M.L.A.T. Doll en L. Sanders, rechters, in tegenwoordigheid van griffier mr. M.A. Dijk. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.