Uitspraak
locatie Amsterdam, hierna te noemen: de Raad.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2022 een beschikking gegeven over de wijziging van de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige], geboren in 2017. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C. Rosier, verzoekt om een andere omgangsregeling, terwijl de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Strengers, het verzoek van de man afwijst en een alternatieve regeling voorstelt. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en de mondelinge behandeling, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming Regio Amsterdam aanwezig waren.
De rechtbank constateert dat de ouders sinds hun scheiding in 2017 in een voortdurende strijd verwikkeld zijn over de zorg voor hun dochter. Ondanks verschillende hulpverleningsinitiatieven is er geen verbetering in de communicatie tussen de ouders. De rechtbank oordeelt dat de huidige zorgregeling niet in het belang van de minderjarige is en dat er een nieuwe regeling moet komen die de rust en stabiliteit voor het kind bevordert. De rechtbank besluit dat de minderjarige in de even weken van dinsdag uit school tot donderdagochtend bij de man verblijft en in de oneven weken van vrijdagmiddag tot maandagochtend.
Daarnaast wordt de verdeling van de vakanties vastgesteld, waarbij de rechtbank de ouders aanmoedigt om de rust voor de minderjarige te waarborgen. De rechtbank benadrukt dat de ouders hun verantwoordelijkheden als ouders moeten nemen en dat de huidige strijd schadelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.