ECLI:NL:RBAMS:2022:6240
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oneerlijk beding in algemene voorwaarden leidt tot afwijzing vordering sportschoollidmaatschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Basic Fit Nederland B.V. en een consument. De eiseres, Basic Fit, had de gedaagde, een man, gedagvaard om betaling te vorderen van een bedrag van € 183,31, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde had een sportschoollidmaatschap afgesloten voor de duur van 12 maanden, maar was in gebreke gebleven met de betaling. De eiseres stelde dat de gedaagde in verzuim verkeerde na een ingebrekestelling op 21 juni 2022.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de vordering heeft erkend, maar dat er een verplichting op de rechter rust om de vordering ambtshalve te toetsen, vooral in het kader van consumentenrecht. De eiseres beroept zich op een beding in de algemene voorwaarden dat volgens de richtlijn 93/13 EEG als vermoedelijk oneerlijk kan worden aangemerkt. Dit beding zou de rechten en plichten van partijen onevenredig verstoren, wat in strijd is met de bescherming van consumenten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het beding inderdaad oneerlijk is en dat de eiseres geen aanspraak kan maken op de gevorderde schadevergoeding na vernietiging van het beding. De vordering van de eiseres is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot. Dit vonnis benadrukt de bescherming van consumenten tegen oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden.