Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen van een bedrag van € 18.900,- en een Volkswagen Polo. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 13 oktober 2022, waarbij de officier van justitie, mr. D.G. Specker, de vordering heeft gedaan en de verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. J. Leyten, haar verdediging heeft gevoerd. De tenlastelegging betrof het feit dat de verdachte op 29 juli 2020 in Amsterdam samen met een ander betrokken zou zijn geweest bij het witwassen van het genoemde geldbedrag en de auto.
De officier van justitie stelde dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een medeverdachte, en dat het geldbedrag en de auto van misdrijf afkomstig waren. De verdediging daarentegen betoogde dat er geen bewijs was voor een witwasvermoeden en dat de verdachte een legale herkomst voor het geld had kunnen aantonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 29 juli 2020 een bedrag van € 18.900,- op de bankrekening van een derde was gestort, waarna de medeverdachte de Volkswagen Polo had aangeschaft. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij deze handelingen.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit en gelast dat de Volkswagen Polo, die in beslag was genomen, werd teruggegeven aan de rechthebbende, de medeverdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. P. van Kesteren als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 27 oktober 2022.